donderdag 30 december 2010

Baaldag

Een collega vond het nodig om me vandaag nog eens op alle grotere en kleinere fouten te wijzen die ik de laatste tijd gemaakt heb. Dat op zich is al behoorlijk ergerlijk. Wat het nog ondraaglijker maakt, is dat dezelfde collega met rats dezelfde klachten vorig week nog naar de baas is gestapt waarop hij mij al eens op mijn grotere en kleinere uitschuivers van de laatste tijd gewezen heeft, onverwijld en met het nodige begrip en gepaste, doch niet te vergaande bezorgdheid. Dat gesprek heeft toen mijn ogen geopend: het was waar dat ik wat minder geconcentreerd rondliep vorige week en daarvoor ook. En sindsdien heb ik me herpakt. Of doe ik toch mijn best.

Toch, desalniettemin, desondanks, edoch... moest mijn collega hier alsnog eens op terugkomen. En dit omdat ze verbaasd was geweest dat ik mijn baas had geantwoord dat ik a) weliswaar mij ging herpakken en blij was dat hij mij erop attent had gemaakt, maar b) het niet helemaal apprecieerde dat deze collega in kwestie niet gewoon haar problemen rechtsstreeks met mij had besproken, of het toch niet helemaal leek te begrijpen in welke “sfeer” dit gesprek tussen haar en hem had plaatsgevonden. Ik begrijp namelijk niet goed waarom collega's achter mijn rug moeten gaan klagen bij de baas... over fouten die ik zou maken, zonder hierover met een woord tegen mij te reppen. Dit leek een wat ongelijke strijd te worden, zeker aangezien ik op dat moment niet eens mezelf kon verdedigen (wegens niet aanwezig bij dit gesprek) én mezelf nadien meteen bij the Boss Himself moest zitten verdedigen.

The Boss, die trouwens op de hoogte is van hormoonbehandelingen en dergelijke, net als de rest van ons klein maar 'hecht' team. Wat de strijd nog wat ongelijker maakt uiteraard. Reageer vooral niet met de minste vertoning van emotie want voor je het doorhebt, word je gebombardeerd tot een hysterisch, labiel en depressief hormonenwrak. Maar dit terzijde.

Er zat niets anders op dan de in bezorgde-vragen-verbloemde-verwijten te slikken. Vragen die totaal ongepast waren. Die me persoonlijk aanvielen omdat ze heel hard haar best aan het doen was om een psychiatrische diagnose op mijn voorhoofd te stempelen. Neenee, deze collega is geen psychiater. Wel een pedagoge, die plots vond dat dit diploma haar er niet van moest weerhouden om een andere collega die niet eens haar ondergeschikte is (ik dus), een psychiatrische, zelfs neurologische diagnose op te kleven. Dat was eigenlijk bewonderenswaardig. Ware het niet dat ik op slag het gevoel heb dat ik in drijfzand werd geduwd en slechts een kleine kans maak om hier ongeschonden uit te raken.

En dat op een dag dat ik a) eerst nog naar de bloedcontrole moest voor een nutteloze zwangerschapstest, b) al blij was dat ik nog op tijd op het werk geraakte daarna, c) extra blij was dat ik mezelf nog goed had kunnen concentreren op het werk vandaag en d) door dit hierboven omschreven onaangename intermezzo in de namiddag mijn werk niet eens op tijd klaarkreeg en nog een uur langer moest blijven om alles voor morgen gedaan te krijgen en alsof dat nog niet erg genoeg was, belde een zielig en ziek hoopje Allerliefste met de vraag of ik nog naar de apotheek kon voor hem (lukte dus niet meer).

Toen ik eindelijk thuis was, kwam de stoom nog uit mijn oren. Onaandachtig ritste ik de enveloppe van Fertiliteit open. Dat miste ik nog: een nieuwe factuur. Dacht ik.

“Beste mevrouw Bremer. Bij deze melden wij u dat er één embryo werd ingevroren.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten