vrijdag 31 december 2010

2010 doet de boeken toe - joehoe!

2010 zit erop. Hip hoi. Ik weet niet hoe het bij jullie was, maar 2010 was hier een redelijk bewogen jaar, met heel wat wilde watertjes die doorzwommen moesten worden. Ik werd dertig, kon de eerste grijze haren niet langer verstoppen, vond een nieuwe job, raakte een job kwijt, raakte niet zwanger (na inmiddels twee jaar proberen) maar werd wel verlost van de endometriosecystes en stapte in de MMM. Een reis zat er dit jaar niet in, zelfs geen citytripje, wel een verhuis naar ons geweldig nieuw huisje.

Allerliefste en ik hopen dan ook vooral dat 2011 een iets rustiger jaar wordt. En vandaar ook onze wensen voor iedereen:

Dat 2011 een beter, mooier, rustiger, gelukkiger, gezonder, geliefder, hartverwarmender, hoopvoller en fijner jaar moge worden voor iedereen. Veel sterkte aan iedereen die het wat moeilijk heeft nu en een dikke knuffel voor iedereen.

En dan trek ik nu de deur van 2010 achter mij dicht, zeh. Bye bye!

donderdag 30 december 2010

Baaldag

Een collega vond het nodig om me vandaag nog eens op alle grotere en kleinere fouten te wijzen die ik de laatste tijd gemaakt heb. Dat op zich is al behoorlijk ergerlijk. Wat het nog ondraaglijker maakt, is dat dezelfde collega met rats dezelfde klachten vorig week nog naar de baas is gestapt waarop hij mij al eens op mijn grotere en kleinere uitschuivers van de laatste tijd gewezen heeft, onverwijld en met het nodige begrip en gepaste, doch niet te vergaande bezorgdheid. Dat gesprek heeft toen mijn ogen geopend: het was waar dat ik wat minder geconcentreerd rondliep vorige week en daarvoor ook. En sindsdien heb ik me herpakt. Of doe ik toch mijn best.

Toch, desalniettemin, desondanks, edoch... moest mijn collega hier alsnog eens op terugkomen. En dit omdat ze verbaasd was geweest dat ik mijn baas had geantwoord dat ik a) weliswaar mij ging herpakken en blij was dat hij mij erop attent had gemaakt, maar b) het niet helemaal apprecieerde dat deze collega in kwestie niet gewoon haar problemen rechtsstreeks met mij had besproken, of het toch niet helemaal leek te begrijpen in welke “sfeer” dit gesprek tussen haar en hem had plaatsgevonden. Ik begrijp namelijk niet goed waarom collega's achter mijn rug moeten gaan klagen bij de baas... over fouten die ik zou maken, zonder hierover met een woord tegen mij te reppen. Dit leek een wat ongelijke strijd te worden, zeker aangezien ik op dat moment niet eens mezelf kon verdedigen (wegens niet aanwezig bij dit gesprek) én mezelf nadien meteen bij the Boss Himself moest zitten verdedigen.

The Boss, die trouwens op de hoogte is van hormoonbehandelingen en dergelijke, net als de rest van ons klein maar 'hecht' team. Wat de strijd nog wat ongelijker maakt uiteraard. Reageer vooral niet met de minste vertoning van emotie want voor je het doorhebt, word je gebombardeerd tot een hysterisch, labiel en depressief hormonenwrak. Maar dit terzijde.

Er zat niets anders op dan de in bezorgde-vragen-verbloemde-verwijten te slikken. Vragen die totaal ongepast waren. Die me persoonlijk aanvielen omdat ze heel hard haar best aan het doen was om een psychiatrische diagnose op mijn voorhoofd te stempelen. Neenee, deze collega is geen psychiater. Wel een pedagoge, die plots vond dat dit diploma haar er niet van moest weerhouden om een andere collega die niet eens haar ondergeschikte is (ik dus), een psychiatrische, zelfs neurologische diagnose op te kleven. Dat was eigenlijk bewonderenswaardig. Ware het niet dat ik op slag het gevoel heb dat ik in drijfzand werd geduwd en slechts een kleine kans maak om hier ongeschonden uit te raken.

En dat op een dag dat ik a) eerst nog naar de bloedcontrole moest voor een nutteloze zwangerschapstest, b) al blij was dat ik nog op tijd op het werk geraakte daarna, c) extra blij was dat ik mezelf nog goed had kunnen concentreren op het werk vandaag en d) door dit hierboven omschreven onaangename intermezzo in de namiddag mijn werk niet eens op tijd klaarkreeg en nog een uur langer moest blijven om alles voor morgen gedaan te krijgen en alsof dat nog niet erg genoeg was, belde een zielig en ziek hoopje Allerliefste met de vraag of ik nog naar de apotheek kon voor hem (lukte dus niet meer).

Toen ik eindelijk thuis was, kwam de stoom nog uit mijn oren. Onaandachtig ritste ik de enveloppe van Fertiliteit open. Dat miste ik nog: een nieuwe factuur. Dacht ik.

“Beste mevrouw Bremer. Bij deze melden wij u dat er één embryo werd ingevroren.”

Optelsom

Het komt er op aan de draad van mijn leven weer op te pikken. Vooral niet te tellen. Vooral niet vooruit te gaan lopen op de feiten. Niet na te denken. Ik lag daarnet in bed te rekenen: iemand met een gewone cyclus en geen problemen, heeft per jaar ongeveer 12 kansen om zwanger te raken. Ik heb er 6 (in totaal, die terugbetaald worden). Correctie: 5 (ik heb er al 1 gehad). Ik kan alleen maar hopen dat er nog een paar cryo-pogingen als extra bonus bij worden gegooid. Ik kan maximum 4 IVF pogingen per jaar ondernemen. Dat leek me erg veel tot een dag of twee geleden. Nu wil ik gewoon zo snel mogelijk opnieuw erin vliegen en is mijn grootste angst dat de dokter zegt dat het aangeraden is dat we best een paar maanden wachten voor we een nieuwe poging wagen.

Ik had voor mijn 30ste kinderen willen hebben. Liefst eigenlijk al twee kinderen voor die kaap van 30. Haha... Ik lag bijna in tranen toen ik ineens besefte dat het dus ook niet voor mijn 31ste zal zijn. Een realistische hoop om te koesteren is één kindje voor mijn 35ste. Ik weet eigenlijk niet of ik wel nog aan kinderen wil beginnen als ik 35 ben. Zeg ik nu natuurlijk.

En dan kwam de grootste schok: ik besefte ineens dat mijn jongere broer mij weleens voor zou kunnen zijn. Hij heeft sedert een half jaar een vriendin en het gaat ineens razendsnel. Hij gaat binnenkort zijn appartement te koop zetten want ze gaan samenwonen. Ze gaan zelfs meteen samen kopen. Ze hebben al een optie genomen op een huisje-met-tuintje. Ik heb nog niet willen, durven vragen met hoeveel slaapkamers. Ik wil niet dat mijn broer en schoonzusje mij voor zijn.
Hij heeft mij gevraagd of wij eventueel zijn kat willen adopteren als het niet lukt om die te verzoenen met de hond van zijn vriendin. Allerliefste keek wat verbaasd en haalde toen zijn schouders op. Waarom niet een poging wagen? We hebben hier al twee katten in huis rondslingeren die we adopteerden van anderen. Katten komen er vlot bij. Bij ons zullen er toch nog niet zo snel kinderen rondlopen om die beesten op hun beurt te terrorriseren.

Tijd om te stoppen met dergelijke gedachten, want ik word er niet vrolijk van. Misschien moet ik vanavond nog eens wat muren schilderen. Nu mag ik toch weer meubels verschuiven. Of misschien moet ik eens een uitstapje plannen naar de sauna. Er is er eentje in de buurt naar 't schijnt. En straks een glaasje wijn opentrekken bij het eten. En chocolademousse eten als dessert. En gerookte zalm op de boterham morgen. En bubbels om Nieuwjaar te vieren morgen.
Zoveel dingen om te doen.

dinsdag 28 december 2010

De terugkeer van Wit Stipje

Ik denk dat ik Wit Stipje heb gezien. Ik zal jullie de details besparen want natuurlijk komt het erop neer dat ik het niet had mogen zien en totaal ontredderd de wc verliet. Gelukkig was ik thuis.

Eén avond heb ik in de zetel liggen huilen. Elke keer dat ik dacht dat er geen tranen meer konden komen, ging de kraan opnieuw open. Dat was een hele ervaring. Nooit gedacht dat er zoveel vocht uit mijn ogen kon stromen.
Allerliefste, die op dat moment eigenlijk op de zetel had moeten liggen, want hij is ziek (koorts, keelontsteking, de hele reutemetteut...), nam me eens goed in zijn armen en kraakte (met zijn momenteel zeer hese stem): ''t komt allemaal wel in orde, schat'. Verder kwam hij niet en dat moest ook niet want wat kan een mens ook zeggen op zo'n moment? En toen ging hij verder ziek wezen in bed boven, want de koorts vloerde hem echt.

De ochtend na een weeral zo goed als slapeloze nacht, opgestaan met nog steeds wat dikke ogen. Make-up opgedaan en geen mens die nog wat zag. Op het werk de knop omgedraaid. Me er helemaal ingegooid. Het enige dat me uit m'n concentratie kon sleuren, waren de honderd-en-een momenten dat ik naar de wc moest lopen omdat ik toch wel hevig bloed aan het verliezen was, waarna op een bepaald moment toch één collega achterdochtig werd en zei dat ik bleek was. Tja...

Na uren getwijfel, heb ik ook maar even gebeld naar Fertiliteit om te melden dat ik mijn regels had gekregen. De verpleegster aan de andere kant van de lijn zei iets aardigs en polste naar hoe hevig de bloedingen waren en ik boorde mijn mentale vermogens flink aan om rustig te antwoorden in het stille vergaderzaaltje waarin ik me had teruggetrokken op het werk. Tja, wat kan een mens doen, he?
En dan vroeg ik waarvoor ik eigenlijk belde: hoe moet het nu verder? Enneuh... moet mijn cyclus niet onderdrukt worden? Zware endometriose, he?

De verpleegster snapte mijn bezorgdheid en probeerde de dokter te pakken te krijgen, wat niet onmiddellijk lukte. Ik mocht even later terugbellen om te horen wat hij te zeggen had.
Zo gezegd, zo gedaan. Wat later zat ik opnieuw in dat vergaderzaaltje met mijn gsm aan mijn oor naar vervelende wachtmuziekjes te luisteren. Na een tijdje dan de verlossing door dezelfde verpleegster.
'Ja, de dokter zegt dat u mag stoppen met alles wat u nu nam, gewoon naar de bloedprik te komen zoals gepland, en ik mocht een datum met u afspreken om op consultatie te komen volgende week.
Ok euh, dank u. (Gaat dit bij iedereen zo?)

Toen de werkdag erop zat, zijn we met de collega's iets gaan eten. Het werd een onverwacht gezellige avond. Veel gelachen. Gelukkig is 'zwangerschap' geen veel voorkomend gespreksonderwerp tussen de collega's waarvan niemand behalve ik plannen heeft (toch niet bij mijn weten), en de vier die kinderen hebben, al een stel pubers thuis rondlopen hebben. En dus werd er naar aloude gewoonte duchtig geplaagd, gelachen, gezeverd, gezwetst, gezwanst, etc tot de stukken ervan af vlogen en tot de desserts uiteindelijk ieders aandacht tijdelijk volledig opeisten.

zaterdag 25 december 2010

Niets is wat het lijkt

Nog drie dagen wachten. Tenzij mijn regels doorkomen. Maar mijn regels lijken helemaal niet door te komen. Mag ik dan beginnen hopen? Ik heb een beetje, een heel klein beetje bruinverlies gehad. Dat kan van de innesteling zijn. Ik heb dit nog nooit gehad alleszins. Als ik mijn regels kreeg en op voorhand al wat bruinverlies had, was dat toch helemaal anders. Al is niets zeker en kan je niets vergelijken natuurlijk. Nu zijn er zoveel hormonen in het spel dat mijn lijf al lang niet meer reageert zoals normaal. Er is niks normaal aan deze situatie.

Ik zit erdoor. Ben down. Heb nu al een hele week lopen denken, proberen te geloven, dat de eerste poging toch gedoemd was om te mislukken. Een mens moet toch poepveel chance hebben om van bij de eerste poging zwanger te raken, he. Ik had gedacht: de eerste week denk ik dat ik niet zwanger ben. De tweede krijg ik mijn regels.

En nu heb ik mijn regels nog niet. En natuurlijk ben ik in één klap aan het dromen gegaan. Die stap was heel gemakkelijk genomen. Zo vlot dat ik er niet eens erg in had eerst. Ineens raakten mijn voeten de grond niet meer. Ik heb het gevoel dat ik op één nacht van het gevoel 'ik ben niet zwanger' naar 'ik ben zwanger' ben gegaan, met alle hoop en dromen die daarbij komen. Ik lig uren te dromen over hoe ik het de mensen moet vertellen. De mensen uit mijn uitgeving zullen uiteraard in de wolken zijn, al kan ik me ook wel voorstellen dat mijn baas en collega's toch wel wat zullen schrikken. Maar ik voel mee met mijn lotgenootjes. En dan lig ik daar wakker van. Het leven is niet eerlijk.

En dan denk ik: maar wat als ik dan toch niet zwanger ben? Ik kan er niet vanuit gaan dat ik zwanger ben. Dat is net fout. Dan staat de poort naar Gigantische Ontgoocheling wijdopen. Ik had veel liever Verwachte Teleurstelling willen binnenglippen langs een gemakkelijk over 't hoofd gezien zijdeurtje. En terwijl ik zo tussen deze deuren en poorten sta te wachten, is het natuurlijk de rijkelijk versierde en breed openstaande poort van Hoopvolle Dromen waar alle vrolijke stemmen me steeds weer naar binnen proberen te lokken.

donderdag 23 december 2010

Een tussenstand in cijfers

Weer een dag overleefd. Vraag me niet hoe. Ik heb me bezig gehouden met een lijstje op te stellen van mijn eerste IVF in cijfers, tot nu toe. Echte bezigheidstherapie.

Wil je het horen? Hier komt het:

Er zaten 5 maanden tussen mijn eerste consultatie in het Centrum en de transfer. Ik heb in die tijd 5 afspraken gehad voor consultaties: 2 bij mijn gynae, 2 bij de anesthesist, en 1 bij een verpleegster-counselor (of is het 'counsellor'?). Ik ben in die tijd 2 keer onder narcose gegaan, 1 keer voor de laparoscopie en 1 keer voor de pick-up, was tot voor de operatie de 'trotse' eigenaar (haha) van 1 gigantische endometriosecyste waarvan ze me nooit verteld hebben hoe groot die eigenlijk was en een kluwen van verklevingen, heb 10 keer bloed moeten laten prikken en heb 4 echo's gehad. Dat laaste verbaasde me een beetje, ik had verwacht dat het er meer waren, maar nee. Twee keer mijn agenda van voren naar achteren doorbladeren, bracht me steeds terug op hetzelfde cijfer.

Ik heb in totaal 39 prikken gezet bij mezelf (jaja, ik ben een echte junk nu – trotse grijns –), van 57 ampulles medicatie. Daarvan waren er 12 voor Menopur, voor in totaal 30 ampulles. Da's naar 't schijnt niet zoveel, al heb ik niet zoveel mogelijkheid om te vergelijken. Je zal me alleszins niet horen klagen over de bijwerkingen ervan, want ik heb er amper last van gehad.
En bij die 39 zit ook Decapeptyl, dat ik 27 dagen elke dag heb moeten zetten (1 ampul per dag).

Ik had bij de laatste echo 13 follikels, waaruit ze bij de pick-up 7 eitjes hebben kunnen halen en daarvan werden er 6 bevrucht. Dat resulteerde alleszins al in één goeie embryo. Of de 5 anderen in de vriezer of in de vuilbak liggen, dat weet ik nog niet. Hopelijk werd het toch het eerste. Da's frisser, maar biedt echt wel meer toekomstperspectieven.
Het is een echte afvallingsrace, da's duidelijk...

Ik ben in de laatste maand 2 kilo bijgekomen, heb een onbekende hoeveelheid chocolade en koekjes binnen en heb een niet nader bepaalde hoeveelheid slaap gemist door vroege (bloed)prikken of piekernachten.

Er hebben in die 5 maanden naar schatting tussen de 15 en de 20 mensen ofwel tussen mijn benen gezeten, ofwel aanwezig geweest in de ruimte waarin ik al dan niet bij bewustzijn met wijdopen benen lag. Comazuipen en rapedrugs zijn voor mietjes. Probeer IVF eens...

En ik moet nu nog 5 dagen wachten op het resultaat van deze terugplaatsing.
Shit, nu zit ik weer daaraan te denken. Dringend terug iets nieuws verzinnen om te doen hier...

woensdag 22 december 2010

Ik ben...

Ik ben zwanger.
Ik ben niet zwanger.
Ik ben zwanger.
Ik ben niet zwanger.
Ik ben zwanger.
Ik ben niet zwanger.

Ik ben stilaan gek aan het worden.

Ik moet er overigens bijvertellen dat de laatste posts van mijn blog weliswaar in drie opeenvolgende dagen gepubliceerd werden, maar dat ik die eigenlijk geschreven heb met verschillende dagen tussen. Sorry lezer, als het hierdoor een beetje verwarrend overkomt, maar hej, deze wachtweken zijn dan ook zo ongelooflijk verwarrend dat ik zelfs niet meer weet wat ik wanneer ookalweer moest aanvullen op mijn blog...

dinsdag 21 december 2010

Tijdsnood

Ik zit in tijdsnood. Mwhoehahahaha... In de wachtweken is de tijdsnood natuurlijk dat de dagen eindeloos lang lijken te duren en de weken precies achteruit gaan in plaats van vooruit. Om deze tijds(nood)paradox ten volle te bestrijden heb ik mijn agenda echt eivol gestoken ('eivol'... net een woord om te gebruiken in deze context...) en nu zit ik dus in tijdsnood. Het is mogelijk.

Ik heb dus eigenlijk ook geen tijd om te schrijven. Schrijven = denken = denken aan = piekeren = slapeloze nachten = problemen problemen problemen...

Ik maak fouten op het werk, ik ben verstrooid, ik loop rond als een kip zonder kop en ik voel me de helft van de tijd echt zwaar down.

En ik droom ervan dat ik zwanger ben en aan iedereen het prachtige nieuws mag gaan verkondigen en dat iedereen in de wolken is en meteen maak ik me honderd-en-een zorgen. Over waar een crèche vinden? Over de financiële kant met mijn halftijdse job. Over broertjes en zusjes. Ik had zelfs het geslacht al gedroomd (al ben ik nu natuurlijk alweer vergeten wat het was). En ik heb gedroomd dat ik uit dankbaarheid ook dit en dat en dat en dat ging doen allemaal. Allemaal geweldige voornemens.

Om dan halfwakker te worden met het angstzweet: wat als ik zwanger ben, maar het een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is? Of een miskraam wordt? Dat kan ik gewoon niet aan. En dan lag ik in mijn halfslaap ineens bijna te wenen...
Sta dan maar eens fris en monter op voor de nieuwe dag die aangebroken is.

maandag 20 december 2010

En dan is het wachten geblazen...

We zijn intussen een paar dagen verder sinds de terugplaatsing en ik heb geen idee of Wit Stipje nog op z'n plaats zit. Ik voel me niet zwanger en het lukt aardig om niet de hele dag te lopen dromen over zwanger zijn en kindjes hebben.

Ik heb dan ook besloten dat ik er absoluut niks meer aan kan doen in deze fase. Ik heb het niet meer in de hand. Wit Stipje zal moeten beslissen of hij er goed zit. Ik heb sowieso gedaan wat ik kon.
En dus probeer ik me nu maar wat bezig te houden. Of eigenlijk: de draad van mijn leven zonder behandelingen weer op te pikken. Ik ben thuis wat aan het schilderen geweest (zonder evenwel zware meubels te verplaatsen (dat mocht ik niet), dus ben ik beperkt tot die paar muren die nog moesten gedaan worden waar nog geen meubels tegen stonden). En ik heb met een aantal vriendinnen afgesproken. Wat ook gezellig was (alleen moest ik oppassen dat de gesprekken niet telkens op kinderen en zwangerschappen werden gebracht). En ik ben terug aan het werk wat ook wel fijn was, alleen had ik de grootste moeite om me meteen terug 100% te concentreren. Niet dat mijn gedachten de hele tijd bij 't Witte Stipje zaten, zeh. Mijn gedachten fladderden gewoon alle kanten op. Hopelijk verbetert dat weer, want het was best vermoeiend en ik maakte er fouten door.

En Allerliefste was blij dat de meeste dingen nu even achter de rug zijn. Dat hij mij nu voor twee weken weer helemaal voor hem heeft. Alleen moest ik hem ook meteen teleurstellen: ze hebben me opgedragen een week geen 'betrekkingen' te hebben, zoals ze het formuleren, waarop hij helemaal teleurgesteld afdroop. Ok, ik ben er niet echt van overtuigd dat seks een risico inhoudt, maar die paar dingen die ik wel kan doen om de zaak te helpen (geen zware dingen tillen, geen seks gedurende een week, geen sauna (wat een opgave!)), daar hou ik me wel aan. Kwestie van me op elk moment te kunnen troosten dat ik er alles aan gedaan heb om het te doen lukken.

zondag 19 december 2010

Een wit stipje

'Wilt u het zien, mevrouw? Het is dat witte stipje daar.' De assistente draaide het scherm van de echo zodat ik kon bewonderen wat de dokter zonet in mijn buik had teruggeplaatst. Er was inderdaad een klein wit stipje te zien in een grotere donkere vlek, al was het met een echo nooit echt goed uit te maken of dat nu 'iets' was van al die wonderlijke dingen die die dokters en assistenten daarin kunnen zien, of gewoon wat bewegende ruis wat de gewone mensen daarin zien. Het witte stipje danste even in beeld. Het was niet groter dan enkele dots, beeldschermpuntjes, dan een mini-sneeuwvlokje, of een kruimeltje.

De dokter zat even mee te kijken van tussen mijn benen. Ze had wat moeite gehad met het juiste 'afzetplekje' te vinden. Ze was aan het poken geweest met een staaf met een hele fijne priem, een holle naald waarschijnlijk en moest dat ene plekje vinden waar mijn witte stipje kon achtergelaten worden aan mijn goede zorgen. In tegenstelling tot wat ze gezegd hadden, had dit toch wel pijn gedaan. Ze hadden een paar keer 'gaat het mevrouw?' gevraagd, terwijl flink gepookt, geprikt en geroerd werd. Waarop ik, diep in en uit ademend – want ik probeerde me intussen ontspannen te houden –, 'ja, hoor.'

En toen moest ik een uur plat blijven liggen en natuurlijk was het eerste waar ik aan moest denken: 'en nu mag ik echt niet naar de wc.' En natuurlijk moest ik nog geen half uur later echt naar de wc. Ik kon mijn gedachten nog eens twintig minuten verzetten door me te concentreren op mijn meegebrachte lectuur en met het vervloeken dat ik niet eens durfde op te staan om even mijn gsm uit mijn kastje te vissen om naar Allerliefste te kunnen bellen en dat terwijl ik mijn gsm hoorde zoemen toen er een berichtje binnenkwam.

De laatste tien minuten was ik het kotsbeu. Ik lag te denken: 'ik ga niet opstaan en naar de wc lopen. Ik wil het witte stipje niet meteen uitpissen. Ik ga niet naar de wc lopen. Ik moet niet pissen. Ik moet aan iets anders denken. Niet aan pissen. Niet aan water.' En toen was het uur voorbij en hield ik het niet langer. Het was de stress denk ik, want natuurlijk was het niet veel. Ik was voordien nog verschillende keren geweest.
En toen kon ik echt wenen; wie weet lag Wit Stipje gewoon nu al in de wc te verdrinken?

Ok, dit mocht ik niet denken. In het echt raken mensen hun embryo'kes ook niet zo snel kwijt. Dit wou niks zeggen, he. Ik moet blijven geloven dat ik bij iedere poging 50% kans heb om zwanger te geraken: of ik raak zwanger, of niet. Statistieken gaan maar op tot je het over een individu hebt. Of over een enkele poging.

Helaas was er nog iets waar ik over kon in tranen barsten: er was maar één echt goed embryo'ke geweest. De rest, vijf anderen waren nog niet okee. De biologe die de uitslag kwam geven voor de dokter tussen mijn benen dook voor de terugplaatsing, zei: 'van de zeven eitjes die we konden verzamelen, zijn er zes bevrucht. Eentje ontwikkelde zich goed. Of we de vijf anderen kunnen invriezen voor volgende pogingen, weten we nog niet. We gaan het nog een nachtje aanzien en morgen beslissen.'

Het ziet er naar uit dat het wel eens alles of niets wordt. Dus probeer ik sindsdien aan het Sneeuwvlokje in mijn buik te zeggen dat het daarbinnen veel gezelliger is dan buiten. Veel knusser en warmer en lekker zacht. Jaja, blijf maar goed zitten daar.

zaterdag 18 december 2010

Leven in de brouwerij

Zo vreemd. Ik had me gisterenochtend niet zomaar klaargemaakt om later op de dag naar het Centrum te gaan. Nee, ik had speciaal extra mooie kleren aangetrokken na een uitgebreide douche en grondige blikken in de spiegel en nog wat crèmekes enzo.
Ik had dan ook een speciale afspraak, he. Een afspraak met mijn embryo'ke. Enfin, dat hoopte ik toch. In afwachting tot het tijd was om te vertrekken zat ik nog wat nerveus te tokkelen op mijn laptop en stond mijn tas thee naast mij onaangeroerd koud te worden.

Het was gek want een week geleden of zo had ik nog het gevoel dat ik onder de loep stond van een artsenverzameling in het Centrum. Sinds de pick-up is dat gevoel compleet verdwenen. Ik ben al twee keer opgestaan met het gevoel dat ik zeker een afspraak moet vergeten zijn voor bloedprikken of zo, want het is zo stil van de Monitoring. Ik voel me hier eerlijk gezegd een beetje vergeten. Alsof ik op straat werd geschoven met een 'Thank you, come again!'. Ik sta dan ook niet meer onder het vergrootglas van die collectie m/v in witte jassen. Nee, die glamourrol is sinds de pick-up overgedragen aan mijn eitjes en Allerliefste zijn zwemmers. Er zit daar dan ook veel meer leven in de brouwerij dan hier thuis, he. Natuurlijk zitten alle artsen en laboassistenten daar. Veel leuker gezelschap.

Ik vraag me af of die laboassistenten soms een gokje zouden wagen op en een scorebord bijhouden over hoeveel embryo'tjes bepaalde eitjes en zwemmers zouden opleveren.
'Ja, Mark, da's dokken, zeh man! Deze zeven eitjes hebben ook zeven embryo'kes opgeleverd!' Waarop de embryo'kes: 'Hey! Wij willen ook wel ons deel van de winst, he!' Dat moeten de onze zijn.

donderdag 16 december 2010

Het ergste moet nog komen...

Een lotgenootje raadde me aan om de wachtweken, “die écht het ergste zijn”, barstensvol te steken met leuke dingen, kwestie van je gedachten te verzetten. Ik besloot, na enige overweging, dat ik niet eens zou wachten tot die wachtweken begonnen, maar al voor de 'transfer' er al met volle overgave in te vliegen. Ik heb de voorbije weken een paar vriendinnen verwaarloosd. Hoog tijd om een paar banden weer aan het halen.
Had meteen wat mails rondgestuurd en hoera: ik had meteen lunchplannen met de ene, en een afspraak voor een uitstapje na het werk met een ander en ook het komende weekend zit al bomvol.

Ik kan tevreden zijn. En hopelijk verzet dat mijn gedachten genoeg, want het angstzweet is me voor de verandering nog eens uitgebroken bij de gedachte dat ik morgen een embryo teruggeplaatst krijg en daarna zwanger kan zijn. Dat is nu toch ongelooflijk dat ik een maand prikken zet en vanalles doe om zwanger te geraken en nu ze mijn embryo'kes gaan terugplaatsen, krijg ik ineens 'cool feet'.
Argh!

Allez, misschien is het wel een beetje normaal ook. Da's wel iets uiterst kostbaar dat ze gaan terugplaatsen, he. Daarvoor hebben we een maand lang dagelijks spuiten moeten zetten en een hele achtbaan aan emoties doorstaan en de grootste loopings van die achtbaan moeten nog komen. Die doemen op aan de horizon. En stel nu maar eens dat ik zwanger zou zijn, dat dat embryo'ke beslist dat het wel gezellig is in mijn buik, hoe perfect moet alles daarna dan wel niet lopen? Ik heb er toch zo hard voor gewerkt, he? Voor afgezien. Voor gehuild en gehoopt. Maar wat als? Wat als?

woensdag 15 december 2010

Sofa-leven

Ik zat thuis te “genieten” van enkele dagen ziekteverlof na mijn pick-up. Te genieten... nou ja. Haha. Ik had niet genoeg pijn om de hele dag in bed of op de bank te blijven liggen, maar wel teveel om veel te kunnen doen. Stilliggen is niks voor mij, maar tegelijk kreeg ik mijn lui gat niet opgehoffen voor de paar klusjes die ik wel kon doen.
Ik had toen echt iets van: kon ik maar gaan werken. Dan zou ik mij niet zo nutteloos voelen. Dacht ik. Daarom belde ik maar al eens naar mijn ma om haar wat te vervelen terwijl ze zich probeerde te concentreren op haar werk. En verveelde ik mezelf nog wat met het boek waar ik me al een tijdje op probeerde te concentreren. En toen ik echt de muren op me af voelde komen, verloste een plots telefoontje me.

'Hallo, mevr Bremer?'
'Ja!' Ik klonk net iets te gretig.
'Ha, heeft u enkele ogenblikken voor de volgende vragen...' En dan volgde een hele uitleg over ik weet al niet meer wat. Hoera, een tele-enquête werd het hoogtepunt van één van mijn rustdaagjes!

Gelieve u rustig naar de uitgang te begeven.

(Er zijn een paar dagen gepasseerd zonder dat ik iets kon posten. Hoog tijd dus om de draad weer op te pikken. Waar was ik gebleven?)

Op de ochtend na mijn pick-up sprong ik verbazend vroeg en verrastend vlot uit bed. De routine van de voorbije maand van vroeg opstaan voor mijn Decapeptylprik zat er nog goed in en nu werd de prik vervangen door een andere hormoonpil die ik moet 'steken'. Ik stond nog even te twijfelen, maar ik voelde amper iets van pijn en besloot dan toch maar, tegen beter weten in, naar de zaterdagles te gaan. Ik nam meer als voorzorg een pijnstiller.

Een uur later was ik ontzettend blij met die wijze beslissing want ik voelde me ineens alsof ik mijn regels aan het krijgen was, maar dan voor alle maanden samen waarin ik geen regels meer had gehad door die Decapeptyl (= vier maanden). Ik verbeet de pijn maar, niks aan te doen. En uiteindelijk had ik nog steeds ergere regels gehad dan dit.

Tegen twaalf uur begon ik al wat ongeduldiger op mijn horloge te kijken. De les was heel boeiend en actief genoeg om mijn aandacht voor soms zelfs een kwartier aan een stuk af te leiden, maar de pijn werd nu toch wel hardnekkig. Nog een uur te gaan...
Ik begon serieus te overwegen om op te staan en vroeger door te gaan, maar wou niet toegeven aan de pijn. Ik bleef zitten en deed mee met de oefeningen alsof er niets aan de hand was.

En dan was de les eindelijk uit. Ik bedwong me om niet als een idioot recht te springen en naar buiten te hollen alsof m'n gat in brand stond, maar om beheerst en bedeesd mijn spullen bijeen te rapen, gedag te zeggen en rustig mij naar de uitgang te begeven als bij de vlotste en beheerste evacuatie-oefening. Ok, toch niet zo'n goeie oefening, want ik maakte nog een korte stop in de toiletten.

Toen ik daar mijn handen stond te wassen, kwam er een lesgenote uit de andere toilet. Ze kwam naast mij staan aan de andere lavabo en vroeg, voortbreiend op een gesprekje van anderen in het naar buitengaan: “Denk jij aan kinderen?”
Ikke, gewoon doend: “Ja.” Zonder meer uitleg. Ik feliciteerde mezelf met het lachje dat ik kon opbrengen.
Waarop zij: “Oh, da's tof! Dat was de fijnste periode in mijn leven! Je zal zien!” We glimlachten eens naar elkaar en namen afscheid. Yeah right... de fijnste periode in mijn leven... Ik hoopte dat écht dat ze het had over het hebben van die kleine ukjes (haar enthousiasme daarover kon ik haar vergeven) en niet over die gewéldige, spánnende rooskleurige periode vol seksuitspattingen en predictortesten mét het juiste aantal streepjes die daaraan hoort vooraf te gaan.

zondag 12 december 2010

Close encounter met een donor

Helaas lopen er ook veel minder geweldige mensen rond. Ik kan er niet omheen nog eens 'helaas' te moeten gebruiken in deze zin: helaas moet ik dit zeggen over een eiceldonor.

Mijn pick-up verliep onder volledige narcose. 's Morgens moesten we er dan ook om 7u staan. Mijn pa speelde godsgeschenkje-in-levende-lijve door ons een lift aan te bieden. Hij moest hiervoor speciaal een omtoer doen maar mijn ma kon niet.

Stipt om 7u stapten we uit de auto voor de deur van het centrum. Allerliefste was al even stil als ik. We werden snel naar onze kamer gewezen waar we anderhalf uur moesten wachten. Allerliefste werd dan een eerste keer weggeroepen voor een bloedprik. Ik moest erom grinniken. Heb ik de voorbije weken meer dan genoeg moeten doen. Mocht hij nu ook wel eens voelen. Hihi.
Even later werd hij een tweede keer weggeroepen. Dit keer voor zijn bijdrage. Dit was echt heel raar, zo erg dat het bijna komisch was. Ik had zin om iets te zeggen als: 'doe dat goed, he' maar slikte mijn woorden toch maar in. Geen idee of hij hiermee kon lachen op zo'n moment. Hij verliet de kamer alsof hij naar de slachtbank vertrok.

Een tijdje later kwam hij terug de kamer in. Ik vroeg zo neutraal mogelijk of ze hem naar een gezellig kamertje hadden gebracht? Of het een beetje ok was geweest? Of het waar was dat er spannende lectuur lag, maar hij deed nogal ontwijkend dus vroeg ik hem om een kusje om zo deze onwennige situatie wat te normaliseren.

En dan was het mijn beurt. Twee verpleegsters kwamen me halen, met bed en al, maar eerst kreeg ik een kalmerings/verdovingsmiddel in mijn heup geprikt. Ik kende ditmaal de routine. Ze vroegen me of het de eerste keer was dat ik onder narcose moest. Ik schudde van nee: 'ik heb ook al een laparoscopie gehad deze zomer.' In de ruimte waar ze me klaarmaakten voelde ik het kalmeringsmiddel toeslaan. Mijn ogen begonnen zowaar dicht te vallen. Ik kreeg een baxter in mijn elleboog want ze moesten ook bloedprikken. Dat was prima. Vorige keer deed mijn hand echt superveel zeer van die baxter.

De verpleegsters praatten wat onder elkaar. Er was een kleine verwarring.
'Mevrouw, het is toch niet onder volledige narcose, he?'
'Jawel. Op aanraden van de dokter.' Dan moest één ervan lachen.
'Oei, dan was die verdovingsprik niet echt nodig. Nou ja, kan ook geen kwaad hoor. U zal extra goed slapen.'
Geweldig...

En dan ging het op weg naar de pick-up garage. Het was een kleine ruimte waar verbazend veel volk in zat. Ik telde vijf mensen. Twee verpleegsters, een studentje, een anesthesist en een dokter. Schat ik, want enkel de eerste drie stelden zich voor. En voor ik iets kon vragen, moest ik op de stoel kruipen, werden mijn armen vastgesnoerd en ging het licht uit.

Naar mijn gevoel twee minuten later probeerde ik mijn ogen weer te openen. Ze kleefden dicht met een of andere smurrie. Een verpleegster kwam me een papieren doekje geven om ze schoon te vegen. Dan ging ze weer verderop aan een bureautje zitten. Ik deed hard mijn best om wakker te worden, maar voelde me tot twee keer toe opnieuw in slaap glijden.

Na een tijdje lukte het me om iets langer wakker te blijven en ze kwam vragen of ik wakker genoeg was om naar de kamer gebracht te worden. Ja alsjeblief. Het was er helemaal niet zo gezellig. Liever terug op mijn stille kamer.
Helaas was mijn kamer helemaal niet meer het oord van rust en vrede dat ik daarstraks achtergelaten had. Er lag een vrouw in het andere bed, haar vent aan haar zij. Ze was bang, ratelde honderduit, stond werkelijk doodsangsten uit. Ik was nog niet goed wakker en het drong maar in beetjes tot me door.

Mijn frank viel toen ze zei: 'allez, ik hoop dat we er toch iemand gelukkig mee kunnen maken.' Maar toen was ze al weggehaald en teruggebracht na haar pick-up. In een euforische staat dit keer. Het was allemaal een fluitje van een cent geweest. Ze had niks gevoeld. Maar hoe bang was ze geweest, zeg. Haha! Ze was er zelfs van gaan hyperventileren. Zo erg dat ze even alles stil hadden moeten leggen. Ze ratelde alweer honderduit tegen haar ventje, terwijl ik begon te overwegen oordopjes of nog zo'n verdovingsspuit te vragen. Even ervoor had ik haar nog iets willen zeggen als: 'wauw, moedig dat je dit wilt doen voor anderen.' Maar het kwam niet over mijn lippen. En dan schoof een verpleegster het gordijn dicht tussen ons en vergat iedereen dat ik er ook nog was.

De verpleegsters liepen binnen en buiten. Telkens kwamen ze niet verder dan haar bed. Ze kreeg een uitgebreid verslag over de eitjes die ze hadden kunnen wegnemen (vijf, allemaal rechts, geen links). En toen kreeg ze zelfs cash geld in een envelopje toegestopt. Waarschijnlijk haar 'onkostenvergoeding'. Toen de dokter de kamer uitwas, zat ze luidop haar geld te tellen (2000 euro!) en begon ze te juichen en jubelen en trots tegen haar vent op te sommen wat ze nu allemaal gingen doen met dat geld. En wat ik nog het ergste vond: totaal ongepaste grapjes te maken over dat ze nu wel even wat voorzichtiger moesten doen want ze hadden een paar nog niet rijpe follikels laten zitten en ze wouden toch niet dat er over negen maanden “eentje van hen uitfloepte”. En dat ze dit nog ging doen. Ze zat meteen uit te rekenen hoe vaak ze dit kon doen en al het geld dat ze ermee kon verdienen dat toch een mooie aanvulling was op haar dop. Al was er blijkbaar een maximum aantal keer want ja, het was toch niet niks, he, wat ze haar lichaam aandeed. Haha, ze moest zelfs op haar gewicht letten, op haar 1cm vet. Haha.
En haar vent die zat daar maar met een rustige stem haar vruchteloos aan te manen tot kalmte.

En ik lag achter het gordijn er niet goed van te wezen, al moet ik zeggen dat het wel mijn gedachten volledig afleidde van het ongelooflijk lege gevoel in mijn buik. Ik begon me af te vragen hoe mijn eitjes het ervan hadden afgebracht, maar er kwam niemand iets vertellen. Na twee uur wachten op nieuws, drukte ik dan maar op het knopje en vroeg aan de verpleegster of ze aub nieuws hadden, want ik was toch wel heel nieuwsgierig. Ze moest het gaan opzoeken en kwam even later terug met een dossiertje.

'U had zeven eitjes, mevrouw. Da's een mooi gemiddelde. Zeven – acht is zo het gemiddelde dus u heeft zeker een goed resultaat.'
'Dank u.'

Inwendig was ik trots. Ik had toch lekker twee eitjes meer dan het hysterische donortje naast mij. Een gelukzalige minuut werd het stil achter het gordijn. Meteen voelde ik me schuldig. Er zijn zoveel vrouwen die zo afhankelijk zijn van donoren...
Al moet ik zeggen dat ik het wel ongelooflijk jammer vind dat mijn hele romantische beeld van de onzelfzuchtige eiceldonor met de grond gelijk werd gemaakt.

Ik was blij toen ze doorgingen. In de uren die ik nadien nog moest wachten tot ik naar huis mocht, probeerde ik wat te lezen, maar het ging niet. Ik belde nog in verband met die job (zie mijn vorige post: 'De evidentie van een job II, en, oh ja, de pick-up'). En ik was vooral heel blij toen ik door het venster mijn vader van de parking zag komen aangewandeld. Ik stond op, nam mijn spullen en ging hem tegemoet.

De evidentie van een job II, en, oh ja, de pick-up

Een dag later zat ik weer thuis, na een nieuwe bloedprik, als mijn gsm ging. Het was een vrouw in verband met die vacature. Ze waren erg geïnteresseerd in mijn profiel en dus in een verdere kennismaking, liefst zo snel mogelijk. Of ik de dag zelf nog kon langskomen?
Euh ja...?

In de namiddag trok ik naar ginder. Ik had nog snel even hun website binnenstebuiten gekeerd zodat ik op vragen kon antwoorden over wat ze doen en zo. Dat vond ik een geweldige ingeving want ik was het in de haast en de plotse stress bijna vergeten.
En toen zat ik daar. En bleek al snel dat het om een voltijdse job ging, terwijl ik eigenlijk had gedacht dat het een deeltijdse zou zijn die ik kon combineren met mijn huidige job. Natuurlijk zou het voor de centjes veel interessanter zijn om een voltijdse te hebben, maar ik heb het al zwaar genoeg dat die dagen thuis heel erg welkom zijn én ik heb een baas en collega's die op de hoogte zijn van mijn behandelingen en me bovendien steunen. Plus een leuke job, interessante bedrijfsvoordelen én het ligt bovendien dicht bij het Fertiliteitscentrum... Wees eerlijk: wat kan je nog meer wensen? Ok, het is een job die op papier 'onder mijn niveau' is. Maar ik amuseer me er. Ik ben gelukkig. Ik wou gewoon een centje meer kunnen verdienen door eventueel over een tijdje een bijkomende deeltijdse te vinden om te combineren met deze job.

Goed, ja... Dat 'over een tijdje' werd ineens wel heel nabije toekomst. Ik schreef twee brieven en had de dag erna al een uitnodiging voor een gesprek voor één ervan. Dit ging wel heel erg snel.

De vrouw die me ontving, was heel vriendelijk. Ik schatte ze hooguit een jaar of vijftig en ze straalde rust en vertrouwen uit. Ze deed de deur voor me open, wees me naar een vergaderzaaltje en stelde me een lijstje vragen waar ze zich voor excuseerde bijna. Ze had deze vragen ook aan de andere kandidaten gesteld en het moest wel eerlijk verlopen. Door de manier waarop ze sommige dingen zei, kreeg ik van bij de start het gevoel dat ze reeds voor mij gekozen hadden. Easy pie, dus. Ik kon daar buitenwandelen met een nieuw en voltijds contract.

Het was zo absurd. Een nieuw contract aangeboden krijgen twee dagen voor mijn pick-up. Wat zou ik mijn huidige baas moeten zeggen? Bedankt voor alle loyaliteit, maar ik bol het af? En neem ik het risico wel? Ik kan zwanger zijn voor het einde van de proefperiode. Ben ik dan wel beschermd tegen ontslag? Ik weet het niet.

Tijdens het gesprek werd het haar duidelijk dat ik nogal aan mijn huidige job hang en 'op papier' is daar eigenlijk geen reden toe. Ik zou een gat in de lucht moeten springen bij deze kans. Ik kon niet anders dan haar een verklaring geven voor mijn lauwe reactie. Ik wikte en woog mijn woorden bij elk antwoord.

En dan vroeg ze of ik beschikbaar ben voor avond- en weekendwerk? Want ik moet er wel op die en die dagen kunnen staan voor die en die activiteiten.

Ik haalde diep adem en zei: 'goed, kijk, ik ga open kaart spelen, want ik zit inderdaad met een paar zaken.' En ik vertelde in twee zinnen waar we mee bezig zijn (zwanger worden en 'hulp nodig') en dat ik dus niet kan zeggen wanneer ik plots weer voor onderzoeken naar 't ziekenhuis moet en waarom ik dus zo aan mijn huidige job hang (begrip van mijn baas etc) dat ik die voor geen geld wil kwijtspelen. En voegde eraan toe dat de sfeer er ook bijzonder goed is, wat een mooie bonus is natuurlijk. En dus nee, ik kan niet garanderen dat ik er altijd zal staan als ik voor deze job zou kiezen.

Tot mijn verrassing knikte ze rustig en zei ze mijn eerlijkheid enorm te waarderen. Ze vroeg me of ik vragen had voor haar. Euh ja... Ik begon vragen te stellen over de jobinhoud en de collega's. Bleek dat ze een groot verloop van personeel hebben gekend. Geen goed teken. Ik vroeg haar naar de sfeer onder de collega's. Het was even stil voor ze een diplomatisch antwoord verzon. Geen goed teken. Ze vertelde me vrijuit over de problemen die ze al ervaren hebben. Ik zag een berg potentiële frustraties voor me opdoemen. Geen goed teken. Maar ook ik zei haar dat ik haar eerlijkheid waardeerde.

Een dag later zat ik thuis te wachten op nieuws. Er kwam niets. Wat had ik verwacht? Natuurlijk kozen ze nu een andere kandidaat, he? En euh, ik had eigenlijk al beslist dat ik het niet ging doen om alle redenen die ik al gezegd heb, ookal heb ik toevallig het juiste diploma.
Ik bereidde me verder voor op de pick-up (lees: ik probeerde niet teveel te stressen). 's Avonds ging ik nog eens babysitten (wat een geweldige zet bleek tegen die stress. Het verzette m'n gedachten.)

Op de dag van de pick-up lag ik nog te bekomen van de narcose en het onzalige gezelschap in mijn kamer (waarover later meer), als ik mijn gsm weer opzette. 'You have one missed call.' Voicemail. Ik luisterde naar het berichtje. Of ik nog eens wil terugbellen in verband met die job? Ik belde terug en hoopte dat mijn stem vast genoeg klonk. Ik had uiteraard niet gezegd dat ik hier vandaag zou liggen.

'Hallo? U had gebeld?'
'Ja, we vroegen ons af of u er nog over nagedacht hebt over ons aanbod?'
'Euh... Ja, laat ons zeggen dat ik gewoon niet ervan overtuigd ben dat ik de persoon ben die u zoekt.' Ik voegde er nog een paar argumenten aan toe om mijn beslissing te staven.
(een zucht aan de andere kant van de lijn) 'Ik was al bang dat u dat ging zeggen. Jammer, want we hadden u de job willen aanbieden.' Nu ben ik degene die even stil is aan mijn kant van de lijn, waarna ik haar bedankte.

Terwijl ik mijn gsm weer wegstak en door het venster naar de grijze buitenlucht keek van op mijn ziekenhuis, drong het tot me door dat er nog oprechte en fantastische mensen rondlopen op deze wereld. Gewoon al het idee dat ze me hadden willen aanwerven ondanks deze toestanden, is een geweldig idee.

donderdag 9 december 2010

Marit Bremer aan de telefoon

Jaaaah... het was een hyper-druk-hectisch-stress-bic-klikdagje vandaag. Diepe diepe zucht... Ik zit hier intussen thuis op de bank in plaats van in het leslokaal voor mijn avondles Lerarenopleiding. Ik probeer me te ontdoen van de stress van vandaag maar mijn wangen zijn nog steeds rood van de spanningen en inspanningen.

Deze morgen moest ik nog eens bloed laten prikken. Ik had de hele voormiddag vrij dus kon ik nog op m'n gemakje naar huis maar veel rust kreeg ik niet, want ik moest een paar telefoontjes doen voor iets dat we proberen te bestellen en dat maar niet lukt. Vandaag wisten ze plots weer van niks en kon het hele spelletje opnieuw beginnen. Ik was nog steeds kwaad toen ik naar het werk vertrok. En daar kreeg ik ook geen moment rust.

Het ene telefoontje na het andere. Ik zat op een bepaald moment tegen een stagiaire wat stressstoom af te blazen ('argh! Hoe druk. De volgende die belt, die zet ik op het antwoordapparaat! Het zal hun leren!') toen mijn gsm een eerste keer ging: een onbekend nummer. Argh! Ik zit op het werk aan het onthaal en privé-bellen met je gsm is echt niet te doen met een telefoon voor je neus die elk moment kan rinkelen. Maar ik verwachtte de Monitoring en wou het risico niet nemen hun telefoontje te missen. Ik nam op. Het was een telefoontje over een vacature voor een deeltijdse job die ik had gezien en waar ik meer info over had gevraagd. Ik probeerde mijn gezicht in de plooi te houden terwijl ik zo nikszeggend mogelijke antwoorden probeerde te produceren. Onze allerliefste stagiaire moet namelijk niet weten dat ik solliciteer voor een bijkomende job, laat staan dat één van de collega's iets in de gaten zou krijgen.
'Spreek ik met mevr Marit Bremer?'
'Ja, dat klopt.'
'U had meer info gevraagd over ...'
'U-huh. Inderdaad.'
'Ha, ik heb uw e-mailadres. Ik zal u de nodige info doorsturen. Zou u uw kandidatuur vandaag nog kunnen doormailen? Het is nogal dringend.'
'Ik zal zien wat ik kan doen.' Intussen begon ik hartstochtig te bidden dat hij me niet meer vragen zou stellen over mijn motivatie en dergelijke.
'Kunt u even controleren of u mijn mailtje heeft ontvangen? Oh, zit u op het werk?' Hij moet iets gehoord hebben op de achtergrond. Opgelucht dat hij mijn zuinig commentaar nu beter kon plaatsen, antwoordde ik: 'dat klopt ja. Ik zal eens kijken...' Klik klik. Ik bad in stilte figuurlijk op mijn blote knieën dat de stagiaire even niet zou opkijken en dat er geen telefoons zouden binnenkomen op de telefoon voor m'n neus.
'Ik heb het goed ontvangen. Ik doe m'n best om het zo snel mogelijk op te sturen.'
'Ha, dank u. Ik kijk er naar uit.'
'Graag gedaan, meneer. Tot binnenkort dan.' Oh mijn god... Hoor me bezig!
We legden af. De stagiaire was bezig met haar werk en deed heel goed alsof ze niks in de gaten had. Prima meid. Ze steeg tien plaatsen in mijn achting.

En dan was het nog niet gedaan. Nog geen half uur laten zat ik te bellen. Er was een weer een telefoontje binnengekomen op die telefoon voor m'n neus. Het was een lang verhaal en ik was volop bezig er de essentie uit te puren als plots...

triiiii triiiii triiiii

Mijn gsm! Alweer. En nu was het de Monitoring (ik herkende de nummer)! ARGH!
De vrouw aan de andere kant hoorde mijn hapering. Heel gegeneerd zei ik haar dat ik even iets anders moet aannemen, vroeg haar even aan de lijn te blijven en zette haar op muziektoon.
Ik voelde me vreselijk. De stagiaire keek nu wel op en ik mompelde snel: 'dit is écht belangrijk'
'Hallo?' Dit is écht NOT DONE!
'Dag mevrouw. Monitoring hier. Wij hebben uw nieuwe instructies.'
'Zegt u maar' En ik noteerde snel alles op het notitieblokje voor m'n neus.
'2 ampules Menopur nog deze avond. Morgenvroeg nog eens een prik met Decapeptyl en dan morgenochtend om 8u30 verwachten wij u voor bloed en echo.'
'Ok. Dus 2 ampules vanavond en...' en ik kon mezelf voor de kop slaan. De stagiaire zat nog steeds naast mij.
'Inderdaad mevrouw,' antwoordde de vrouw van de Monitoring vrolijk. Ze moet gedacht hebben dat ik een imbeciel was. We zeiden gedag en ik nam razendsnel mijn telefoonlijn terug op.
Zo professioneel mogelijk bood ik mijn oprechte excuses aan, dankte ik de beller uitvoerig voor haar begrip en luisterde ik weer aandachtig verder naar haar toegewijde uiteenzetting. Ikke nerveus? Nee toch... Enkel mijn bic klikte als gek... klikklikklikklikklikklikklikklikklik...

Probeer er vooral niet teveel aan te denken, he. Wie heeft dat ook alweer gezegd? Die mag eens afkomen op zo'n dag. En morgen prijs ik onze stagiaire nog eens vurig aan bij de baas. Leuke meid met als fantastische eigenschap dat ze geen vragen stelt. Kan ik wel waarderen.

woensdag 8 december 2010

Leven onder de loep

We zijn maar twee dagen later en ik moest opnieuw voor een bloedprik gaan. Straks weer nieuwe instructies. De pick-up is plots aan het naderen. Ik dacht dat ik nog vijf dagen verder moest doen met de stimulatie, maar dat lijkt nu niet meer het geval. Alles wordt van dichterbij in de gaten gehouden. Ik word van dichterbij opgevolgd. Ik heb het gevoel dat ik met alles moet oppassen. Dat ik onder het vergrootglas van het professorencollectief sta en dat ze elke beweging mee registreren. Toen het vorig weekend zo glad was buiten, stapte ik nog voorzichtiger dan anders. Ik kwam toen gewoon niet meer vooruit tot grote ergenis van Allerliefste. En mijn fiets blijft intussen ook maar op stal staan, tot mijn grote ergernis (geen beweging meer... snif...). Maar het moest wel. Het ging bijna niet meer. Ik heb sowieso geen zin in een gebroken been, en nu al helemaal niet. Ik geniet nog even van zalm op mijn boterham en chocolademousse als vier-uur-uitspattingetje want daar stop ik ook maar even mee na de 'transfer' zoals ze het terugsturen-naar-afzender van de embryo zo romantisch noemen. Dat is een nieuwe beslissing nadat ik gehoord heb dat ongebakken vis en rauwe eieren slecht kunnen zijn ('k weet al niet meer waarom, maar blijkbaar zijn er zelfs vrouwen die er niet meer aankomen tijdens de hele behandelingscyclus, waarna ik een steekje schuld voelde prikken).

Ik word nerveuzer met de dag en weet niet wat ik nu wel of niet nog kan plannen. Vaststaand feit: ik zal onder narcose gaan. Verwachting: 90% kans dat ik me daarna tot enkele dagen 'slappekes' zal voelen en/of pijn zal hebben.
That's it.

Ik weet niet wanneer het zover zal zijn en dat komt behoorlijk slecht uit want ik werd zonet opnieuw gevraagd om te komen babysitten. Ze vragen me voor overmorgen, de dag voor de datum dat de dokter schatte dat het zover zou zijn. Als zijn voorspelling uitkomt, dan kan ik wel gaan. Is het toch vroeger zover, dan kan ik niet gaan. Wat zeg ik de mensen? Dilemma...

Ik heb mijn baas ook maar op de hoogte gebracht dat ik die en die dagen waarschijnlijk niet aanwezig zal zijn. Hij hoopte dat ik preciezer kon zijn. Dat hoopte ik ook maar ik kan enkel mijn schouders ophalen. Niks aan te doen. Hij mag al heel blij zijn met de verwittiging. In ons klein team is het echt wel nodig om voorbereidingen te nemen als iemand afwezig is. Natuurlijk valt er weleens iemand ziek, maar dan valt de boel in een grote pot soep. Ze zijn al blij dat ze mijn ziekteverloven wat kunnen inplannen. Dat ik hen verwittig.

Een van de collega's kwam bezorgd vragen of ik nog vaak zo onder narcose moet gaan. Dat dat wel vervelend moet zijn. Da's wel lief van haar. Ze denkt dat ik wel iets heel ernstigs moet hebben. Ze heeft geen idee waar ik zit in de behandelingen. Ze heeft er duidelijk geen idee van dat die 'ingreep' waar mijn baas het over had, de pick-up is en dat dit bij elke poging hoort. Dat ook niet iedereen onder volledige narcose moet. Kortom, ze weet niets, enkel dat ik via IVF zwanger probeer te geraken. Da's maar goed ook. Ik vermoed, hoop, dat ze denken dat ik hierna pas zal starten en blijf opzettelijk zo vaag mogelijk. En zo neutraal mogelijk, met een vastgekleefde glimlach op mijn gezicht. En als ik ondertussen wat nerveus mijn nagels zit te bijten, dan wuif ik hun blikken weg: stress, he. 't Is ook zo druk druk druk...

dinsdag 7 december 2010

Deze studente komt babysitten

Het was zover. Ik mocht voor het eerst gaan babysitten. Het vriendelijke koppel dat me had uitgenodigd voor een eerste kennismaking, had besloten het erop te wagen en een avondje uit eten te gaan terwijl ik op het 14 maanden oude zoontje mocht passen.

Ik had mijn cursus Onderwijswetgeving meegenomen om mijn tijd nuttig te vullen ginder en voelde me dan ook meteen terug een rasechte studente toen ik aanbelde. Het zoontje was meteen enthousiast toen hij mij zag. Lachte en kroop vrolijk rond van zijn speelgoed, naar mama, naar zijn boekjes, naar papa, weer naar zijn speelgoed. Terwijl mama me een volledige rondleiding gaf en een pak tips voor-het-geval-dat volgde hij met een groeiende interesse. Er ging iets gebeuren.

Ja, hoor. Even later trokken mama en papa hun jassen aan en de deur achter hen dicht. Op slag verdween de lach van zijn gezicht. Ik kon hem nog tien minuutjes boeien met zijn boekjes en speelgoed, maar toen had hij er genoeg van. Hij vond het spelletje niet meer leuk en wou mama of papa terug. Hij zette het op een wenen. Dus zette ik zijn flesje maar op, half uur te vroeg of niet, en stopte hem meteen daarna in bed terwijl ik een paar schietgebedjes deed.

Er geschiedde een klein wonder. Hij viel pardoes in slaap. En ik kon de uren daarop besteden aan het lezen van mijn cursus en wat zappen en trots zijn op mezelf dat ik hem toch maar mooi rustig had gekregen. Het voelde een beetje als slagen voor een test, ookal was het zeker niet de eerste keer dat ik op een klein kindje moest passen.

maandag 6 december 2010

Wat andere mensen doen op zondagochtend

Naar huis keren van een trouwfeest dat de nacht door gevierd werd.
De bakkerij openen.
De camionette uitladen voor de markt.
Joggen.
De hond uitlaten.
Uitslapen.
Rollebollen en uitslapen.
Kindjes maken in een lekker warm bed en daarna op de koffie bij de schoonmoeder.

Ik fietste naar het Centrum voor een nieuwe echo en bloedtest. Het was nog schandalig vroeg en iedereen die ik tegenkwam onderweg, leek ofwel recht naar huis te keren na een lange nacht, ofwel naar de markt en/of bakker te gaan, ofwel naar het park (dat zijn de fanatici-in-joggingpak). Vooral die laatste soort jaagt me soms de daver op het lijf. Hoe kan je in godsnaam een koud en verlaten park verkiezen boven je bed-met-partner om een rondje in te gaan zweten? Ik fietste ze allemaal voorbij. In het Centrum zaten nog een paar andere vrouwen stil te wachten tot het hun beurt was. Iedereen zat er maar wat gelaten bij. Het was echt nog vroeg en op een zondagochtend lijkt dat tien keer zo zwaar te wegen. Het Centrum was tien keer zo verlaten als op andere dagen.

Ik had spreekwoordelijk lood en helaas reële ijsklompen in mijn schoenen en vloekte als ik bedacht dat ik zonder endometriose niet op zo'n schandalig koude (en natte) ochtend naar een dokter met een echostaaf-in-condoom in de hand moest fietsen. Zo'n gedachten helpen me natuurlijk geen stap verder maar ik kon er niets aan doen en voelde me behoorlijk zielig. Ik beloofde mezelf en Allerliefste te trakteren op een paar lekkere verse koffiekoeken op weg terug naar huis.

Gelukkig was het dit keer veel beter nieuws. Ik ben de trotse eigenaar van maar liefst 12 follikels, 8 rechts en 4 links. Eén is al heel groot. De anderen moeten nog een beetje groeien. Ik heb nu 10 dagen stimulatie achter de rug. De dokter schatte dat ik toch nog 5 dagen moest verder doen. De pick-up kreeg een voorlopige datum mee. Het komt dichterbij.

zondag 5 december 2010

Kleurrijk administratieparadijs

Een lotgenootje heeft me moed ingesproken en de dokter heeft mijn dosis Menopur niet verhoogt. Het gaat nu dus vrij goed. Ik geloof weer dat het allemaal wel in orde zal komen. Vroeg of laat. Bij voorkeur zo vroeg mogelijk.

Allerliefste en ik zijn gisteren even de stad in getrokken om snel een paar leuke spulletjes te kopen voor ons huisje. Wat kleurrijke accessoires. Daar word ik ook altijd vrolijk van.

En ik haal me op aan de kleinste dingen zoals het onder de knie hebben van een goeie truc om geen nieuwe blauwe plekken te krijgen op de plaatsen waar ik me prik. Waarschijnlijk heeft het deels te maken met geluk, maar een verpleegster zei me dat erop drukken nadat je geprikt hebt, ook kan helpen en inderdaad. Sinds ik er even goed op druk, na elke prik, heb ik geen nieuwe blauwe plekken.
Eergisteren heb ik geprobeerd de IVF-administratie in orde te krijgen. De papieren voor de Mutualiteit en verzekeraar geordend. De facturen gecontroleerd. De laatste dingen betaald. Vrijdag had ik dan ook alles klaar liggen. En dan zat ik veel langer bij de vakbond dan gepland. Daar moest ik 'en passant' iets binnengooien. Dat 'en passant' werd voor ik het doorhad meer dan een uur en dan mag ik nog van geluk spreken.

Halftijds werken is een rodeloper entree in het Administratieparadijs. Ik ben in totaal vijf keer naar de vakbond moeten lopen, verspreid over drie maanden, om enkel en alleen de formulieren voor het behoud van rechten als voltijds werkzoekende af te kunnen gaan geven. De ene dag zeiden ze dat ik iets door mijn werkgever moest laten invullen, dan weer dat ik voor een stempel naar de VDAB moest en dan weer dat ik moest wachten op mijn C4 (dat pas vorige week in de bus zat). Het was altijd iets. Vrijdag was ik zeker genoeg van mijn zaak om terug te keren en alles bij hen te dumpen, bleek natuurlijk dat er toch nog iets niet in orde was met de uren die mijn werkgever had opgegeven en dat het bij nader inzien niet echt nodig was geweest om naar de VDAB te gaan.
Alleen al over deze historie kan ik een heel Kafkaiaans boek schrijven. Ik bespaar julie maar verdere details. Meer dan een uur later stond ik weer buiten en had ik echt de puf niet meer om bij de Mutualiteit nog eens te gaan zitten wachten. Het is dan maar voor volgende week. Ik belde Allerliefste en hoorde wat hij die avond wou eten. En gisteren trokken we gezellig de stad in samen.

Toen we blij en voldaan weer thuis kwamen met onze zakken met leuke nieuwe spulletjes en een paar boodschappen, bleek er nog een vergeten enveloppe in de bus te steken. Ja hoor, daar is nog een rekening van het ziekenhuis. Hooray...

vrijdag 3 december 2010

Blinkende sneeuw

Het vriesweer met de stralende zon stond vandaag wel in schril contrast met mijn humeur terwijl ik naar huis keerde met de bus. Ik dacht dat ik elk moment in tranen kon uitbarsten. De echo is helemaal niet zo positief geweest. Ik heb maar twee echt goed groeiende follikels en een paar kleintjes. De dokter zei dat het nog maar te hopen is dat die kleintjes nog meegroeien. Dat het er anders niet goed uitziet. Toen ik opstond, wenste hij me veel sterkte.

Dat is niet wat ik wou horen natuurlijk. Je wenst je patiënt enkel veel sterkte als het er niet rooskleurig uitziet. In het kleedhokje stond ik bijna te wenen. Ik kon de tranen nog inslikken. Er was nog genoeg om aan te denken. Ik moest nog een voorschrift vragen voor Decapeptyl. Ik heb de 20 ampules die ik kreeg, al allemaal geïnjecteerd. 20 dagen ben ik nu al prikken aan het zetten.
En dan moest ik naar de apotheek mijn nieuwe voorraad gaan ophalen. En dan had ik nog naar de Mutualiteit willen gaan, maar ik zag het niet meer zitten. Ik stapte naar de bushalte (met deze sneeuw is fietsen levensgevaarlijk geworden) en wou gewoon zo snel mogelijk naar huis. In de kou. Inwendig te vloeken over mijn eerdere plannen om overtallige eitjes te doneren. In één klap is die droom onderuit gehaald. Ik voel me de grootste naïeveling die er rondloopt. En dan komt de volgende vrees opzetten: wat het me niet lukt om voldoende eitjes te maken om zelf een kind te krijgen? Wat dan?

En nu zit ik thuis in mijn comfortabele joggingbroek blij te wezen dat ik vandaag niet moet werken. Blij te wezen dat ik met mijn pijnlijke buik geen te strakke kleren aan moet. Met de radio luid en met de was in het machine. Life goes on. Toen ik mijn zus even wou bellen, kreeg ik een berichtje terug: 'zit even bij de kapper. Bel je straks wel terug.'

donderdag 2 december 2010

Je bent dertig en je wilt wat

'Hoezo? Ben je niet pas afgestudeerd?' De vraag komt van een medeleerling van de lerarenopleiding. Ze schat me blijkbaar een pak jonger in dan ik eigenlijk ben. Ik zou dit natuurlijk als een aardig compliment kunnen opvatten, maar ik ben er al aan gewend. Nochtans heb ik toch reeds twee jaar de occasionele grijze haren die hardnekkig blijven doorkomen. Ik heb de strijd ertegen zelfs opgegeven. Toen ik die eerste grijze haar ontdekte, heb ik die nog zonder aarzeling uitgetrokken en heb ik de ochtenden nadien de badkamer pas verlaten na een grondige controle van mijn haardos. De spiegel in de lift op het werk was toen mijn grootste vijand, want het was telkens in die spiegel dat ik weer een nieuwe grijze haar ontdekte. Nu laat ik ze staan in de ijdele hoop dat de mensen me eindelijk eens willen schatten op mijn leeftijd. Het werkt nog steeds niet. In plaats van de dertig die ik ben, denkt iedereen dat ik 25 ben. Ongeveer.

Ik denk dat het vooral ook komt omdat de mensen op een andere manier redeneren. De mensen redeneren: diploma – check – job – check – huisje – check – nog geen kindjes – check. Conclusie: leeftijd 25-27 ongeveer. Nattevingerwerk. Ze kijken zelfs niet naar die eerste grijze haren.

De persoon die me vroeg of ik niet pas afgestudeerd ben, weet overigens dat ik geen kinderen heb. Dat is geweten vanaf les één. De lesgeefster heeft namelijk de hoogst irritante gewoonte om de hele tijd vragen te stellen zoals:
'wie heeft er hier kinderen? Jullie weten misschien dat...'
'zij die kinderen hebben, die kunnen misschien antwoorden op deze kwestie...'
'de mensen met kinderen, die weten waarschijnlijk wel hoe het loopt met...'
En zo gaat het de hele tijd. Ze slaagt er regelmatig in alle mensen met kinderen de hand te laten opsteken en die moeten dan allemaal in het lang en het breed hun ervaringen over iets vertellen. De rest word ondertussen straal genegeerd. Alsof je voordat je leerkracht kan worden, eerst kinderen moet hebben gekregen. Wat een onzin en hoe kwetsend, zeg.

Ik probeer met veel moeite om me er niet op te focussen. Ze weet niet beter. Wat me wel aangenaam verraste was de reactie van Allerliefste. Sinds ik deze nieuwe studie ben begonnen (en al heb lopen klagen over het huiswerk dat we moeten maken en de cursussen die we moeten leren (had ik even schromelijk vergeten mee in rekening te nemen bij mijn inschrijving)) heeft hij ook de kriebels te pakken gekregen. Hij is zich stilletjes aan het informeren geweest over een studie voor hem. Je bent nooit te oud om een studie te beginnen, niet? (Allerliefste is ook dertig. Hij heeft vandaag nog steeds geen enkele grijze haar, maar wel – heel komisch – een dikke puist op zijn wang. Eens benieuwd hoe oud ze hém nu zouden schatten.)

woensdag 1 december 2010

Een eufemisme

Ik denk dat ik veel eitjes aan het maken ben. Ik ben vandaag opgestaan met een barstende koppijn en ik voel mijn lies of mijn bekken, of hoe moet ik het uitleggen? Ik voel mijn eierstokken. Af en toe heb ik een flinke pijnscheut. En ik moet vechten tegen neerslachtigheid.

Het voelt aan als een flinke vlaag van PMS maar dan anders. Meer toch onder controle. Ik kan beter objectiveren. Het lukt me om te zeggen 'dit en dat, da's door de hormonen. Dat ben ik niet.' Dat kon ik vroeger bij mijn aanvallen van PMS echt totaal niet. Dan dramde ik door over alles en nog wat, elk onderwerp was goed, om een week later te constateren dat ik mijn regels had en helemaal niet meer snapte waarom ik de week ervoor zo had staan doorrazen over bepaalde dingen.

Ik hoop toch dat ik veel eitjes aan het maken ben. Dat zou wel een mooie beloning zijn, want ik vrees dat het hier nog dagelijks bergaf zal gaan. Ik heb al in mijn kast gekeken of ik losse blousjes en truien heb om te dragen, want ik vrees nu al dat mijn buik wat zal zwellen als het zo doorgaat.

En ik zat hier mijn planning te maken voor de komende week. Ik denk dat ik nog een week zal moeten doordoen met die prikken. Dat maakt dat ik niet dit weekend maar ergens in de loop van volgende week binnen zal moeten voor de pick-up. Komt slecht uit. Het weekend daarop is het namelijk een groot familiefeest bij Allerliefste, en die weten niets van onze behandelingen. Ik hoop dat ik dan weer wat op de been ben want ik verwacht dat de pick-up niet van de poes zal zijn. De dokter raadde me allicht niet voor niks volledige narcose aan. Zijn woorden: ''t kan onaangenaam worden'. Leuk eufemisme.

En eigenlijk was er dit weekend ook een familiefeest. En eigenlijk, nu ik erover nadenk, hebben we deze weken wel elke week iets te doen van familiefeesten of familiebijeenkomsten. Pfff... Valt dat allemaal effe slecht, zeg. En het is nog niet eens Kerstmis. Dat belooft...