donderdag 21 oktober 2010

Leven in de brouwerij

Ik ben aan het nadenken wanneer ik voor het eerst zoiets had van: ja, kinderen in huis, dat moet wel leuk zijn. Wat leven in de brouwerij.
De ochtend dat je opstaat en tot het besef komt dat als je het best wel zou leuk vinden dat er eens een paar deugnieten je ontbijt op bed komen morsen, dat je dan toch wel in actie zal moeten schieten.

Ik denk dat dat ongeveer in 2005 à 2006 was, al kan ik me natuurlijk vergissen. Het was toen alleszins nog niet zo overweldigend als het geworden is sinds ik met de pil gestopt ben. Allerliefste hier was er ook compleet nog niet klaar voor. Wou er niet van horen en ging zelfs lopen toen het onderwerp ter sprake kwam. Jeej...

Een kinderwens is zoiets totaal irrationeels. Waarom zou ik me in godsnaam alle zorgen op de hals willen halen die erbij komen kijken? De vermoeidheid van het niet kunnen doorslapen. De kosten van school, uitstapjes en honderd-en-één hobby's. De verlichaming van 'peuterpuberteit' naast het snoeprek in de supermarkt. Gehuil in de auto op weg naar de familie. Gehuil in de auto weer op weg naar huis. Om nog maar te zwijgen van de stress van het vinden van plaats in een crèche of in een goede school in de buurt.

Ik weet niet waarom ik zo graag kinderen wil. Ik denk dat het in sé een heel egoïstische wens is ook. Ik wil gewoon leven in huis. Er zijn avonden na het eten, rond acht uur, dat ik denk: nu zou ik wel een verhaaltje willen voorlezen bij het induffelen van de kinderen in bed. En dan heb ik niets anders te doen dan op te staan en de afwas te gaan doen. Tv te kijken. Wat op te ruimen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten