vrijdag 5 april 2013

Gegibber

Er klonk gegibber achter me. Toen ik me omdraaide, stond er een buggy achter me, in het midden van de living. Met twee giechelende kereltjes achter. Even vergeten de deur naar de gang toe te doen. En dat viel nog mee. Op andere momenten betrap ik ze terwijl ze m'n keukenkasten herinrichten. Of uitladen. In 't beste geval met twee één kast. In 't slechtste geval ieder een kast.
Hetzelfde verhaal trouwens in de slaapkamer waar nu ook de ladenkast eraan moet geloven. En in de living heb ik de handdoek al een tijdje in de ring gegooid: daar heb ik de schuiven leeggemaakt. Ze hebben nu enkele schuiven waar ze naar hartelust in mogen rommelen. Wie heeft er speelgoed nodig als je enkele lege schuiven, oude tijdschriften en reclameblaadjes hebt? In en uit de schuif. In en uit de schuif. Schuif open. Schuif toe. Dolle pret.

Op de crèche kijken ze al eens naar Bumba op tv. En spelen ze in het ballenbad of keukentje. Er komen al eens knutselwerkjes naar huis. Nu ja, met dank aan de verzorgsters. Ze lopen zelf naar de lift, drukken op alle knopjes waar ze aan kunnen. Ik lijk altijd met m'n kuikens onderweg: zo gevolgd door twee kleine kereltjes. Als we naar huis gaan, dan stoppen ze niet meer aan de kinderwagen, maar wandelen ze de gang uit, nieuwsgierig naar wat verder ligt. En moet ik erachter hollen. En iedere ochtend lopen ze eerst de keuken in, om goeiendag te zeggen aan de kok/klusjesman van de crèche. Hij kwam vroeger altijd helpen om ze naar boven te dragen. Nu willen ze nog steeds eerst een knuffel van hem, anders weigeren ze naar hun groepje te gaan.

Ze hebben tandjes bijgekregen en zijn nu alletwee de trotse bezitters van de eerste kiezen. Ze hebben het zomeruur min of meer goed verteerd al heeft het weekend er misschien ook wel bij geholpen: een weekendje weg, een weekendje uit de gewone routine. Lekker de neus buitengestoken. R doen gieren in onze nieuwe draagrugzak-met-frame. Huppel huppel spring spring. Wat een lol. S lekker samen met papa op wandel in het bos.

Ze houden hele conversaties maar praten nog niet. Zelfs nog geen mama of papa. Af en toe komt er iets uit dat klinkt als 'ja'. Heel soms iets dat voor 'mama' moet doorgaan, al heeft het meer weg van 'mmammamaamamam'. 'Kek' is hun woordje bij uitstek. 'kek kek kek kek kek'. M'n kuikens in actie. Gek is het wel als ze plots voor je staan met iets in de hand en 'KIJK' zeggen. Zei je nu net: 'kijk'? Nee, he?
Ze luisteren ook heel geïnteresseerd naar elkaar. Zegt de een 'blablalbla', dan knikt de ander, antwoordt vol overtuiging 'blallalbla'. En knikt nummer 1 'kek' (groot gelijk). En dan eten ze alletwee verder. Lekkere koek.

Er gaat tegenwoordig geen dag voorbij zonder dat ik fantaseer over een volgende zwangerschap. Dat zal wel normaal zijn zeker? Het is ook iets moeilijker om te vermijden nu één van de collega's zwanger is en ik er bijna dagelijks mee geconfronteerd word. Ik denk er wel eens aan. Fantaseer over welke naam, welk geslacht, hoe lief het zou zijn en hoe fijn voor R en S. Soms lachen we er zelfs eens over onder elkaar: wat zou je vinden van die naam?

Maar de realiteit is wat ze is: voorlopig geen derde. En dan moet ik gewoon eens diep zuchten. IVF blijft z'n uitwerkingen hebben: zo'n beslissing is niet makkelijk. (En ik bedoel: een dérde...Ik krijg het maar niet gevat.)

Hoe dit verder moet, dat is een vraag die ik me wel eens stel. Is mijn kinderwens vervuld? Ik denk het wel. En toch... En toch staat de deur nog op een kier. Ik heb geen wens om opnieuw zwanger te willen worden. Ik heb geen zin in nieuwe behandelingen. Maar ik heb wel nog een twijfel. Om het met een cliché te zeggen: er is nog ruimte. Ik heb nog liefde te geven. Klinkt dit stom?

Ik heb rust gevonden in de gedachte dat dit een beslissing is die ik niet vandaag of morgen hoef te nemen. En intussen hol ik met veel pret m'n kereltjes achterna.

woensdag 14 november 2012

Een tikkeltje verloren

Met het risico een beetje verkeerd of misbegrepen te worden: ik voel me tegenwoordig een tikkeltje verloren. Ik vind geen aansluiting meer op DVO. Dat ligt langs de ene kant simpelweg achter me, maar ook, jeweetwel, een veranderd publiek... Maar ik vind ook geen aansluiting bij die 'anderen', de 'gewone' moeders in m'n omgeving of op die andere forums. Ze begrijpen het niet: dat ik 's avonds nog tot driemaal toe ga kijken bij R en S, en ze nog eens onderstop, of een tut opraap terwijl ze die helemaal niet missen in hun slaap. Maar gewoon omdat het zo'n zalig zicht is om die twee te zien slapen.
M'n collega's snappen niet dat ik de kinderen zo graag wegbreng naar de crèche dat ik er een uur vroeger voor opsta (Allerliefste zou ook kunnen gaan, die heeft zelfs meer tijd 's morgens, maar het maakt m'n dag gewoon compleet: dat ochtendwandelingetje met míjn jongens). En als ik ze 's avonds eens moet gaan halen, dan kan ik niet snel genoeg daar zijn, terwijl m'n collega al blaast en zucht bij de gedachte alleen: weer die rit voor het ophalen van de kinderen.

Ik weet niet wat andere moeders verwachten: dat ik honderduit over hen (R en S) praat? Of dat ik net over andere dingen praat (gaan winkelen, de nieuwste modetrends, uitstapjes of weekendjes of dat soort andere zaken die niet meer tot m'n leefwereld behoren en die ik (voorlopig) niet (echt) mis). Ik zet geen foto's op facebook omdat het me blijft storen hoe anderen te pas en te onpas die foto's rondstrooien. (Ik zet er evenmin foto's op van onze wilde feestjes, bourgondische verwenweekendjes of spetterende citytrips (die we uiteraard elk weekend hebben) en de vakantiefoto's vind ik te privé om aan de hele buurt te tonen, dus ook niet op facebook. Zo...)

Ik blijf het moeilijk vinden om m'n bezorgdheid om R te uiten, en me hierin gehoord te voelen. Toen hij de buikgriep kreeg drie weken geleden, heb ik erg m'n best gedaan om te denken: 'waait wel weer over. Hij is sterk genoeg.' Heb het vier (!!!) dagen aangezien (waarvan hij slechts op twee dagen overgegeven had, en geen koorts had) om pas op de vijfde dag de dokter te laten komen toen hij plots naast opnieuw overgeven ook diarree kreeg.
(En niemand snapt het dat ik al wekenlang aftel naar de volgende afspraak bij K&G. Maar ik wil gewoon zíen dat R bijgekomen is, en dat het verschil tussen S en R níet groter geworden is. Ookal merk ik dagelijks dat ze het alletwee supergoed doen. Ik praat er niet meer veel over, maar ik tel af.)

Ze zijn een jaar geworden nu. Ik liep verloren in de stad sentimenteel te wezen. Ik wou absoluut iets uitdelen op de crèche. Ein-de-lijk kon ik iets uitdelen voor de verjaardag van míjn kinderen. En natuurlijk vond ik niet wat ik had gehoopt. En dan voelde ik me gefaald om zoiets stoms. En daarom voelde ik me dan weer idioot.

En dan is er nog de vriendinnenkring. Twee van m'n vriendinnen hebben een afspraak genomen bij een fertiarts. En zo vond het zakje met medicijnen dat hier nog lag verloren te wezen een nieuwe woonst. Het maakt ook dat ik me een tikkeltje schuldig voel tegenover hen nu: ik heb kinderen. Ik sta nu aan de andere kant van die onzichtbare muur. Ik probeer wel te supporteren, en te luisteren en de juiste woorden te vinden op het juiste moment maar meer dan ooit besef ik hoe anders ieders traject is. Hoe anders de emoties die iedereen doormaakt. Of misschien ook: gelijk maar op andere tijdstippen. Dan bel ik trots om te zeggen dat S stapt, en biechten zij eindelijk op ze al een jaar IUI doen of schrik hebben voor de testen die eraan komen. En ik zeg hen: 'ik sta altijd voor je klaar', maar ik kan niet weg 's avonds om nog eens een glaasje te gaan drinken als de babbelnood het hoogst is, want ik heb kinderen. En dan is dat niet altijd zo eenvoudig meer. Behoorlijk ironisch en frustrerend dat net (ivf-)kinderen tussen vriendinnen komen als er weer een paar ooievaars verdwaalden...

En man, was ik even emotioneel op hun verjaardag. Ik wou ze al weken van tevoren overladen met cadeau's maar heb braaf op m'n tanden gebeten en afgewacht. Het was een druk, vermoeiend maar ook erg leuk en geslaagd feestje met de halve familie in onze niet-zo-grote living gepropt, tussen geopende dozen, losgescheurd cadeaupapier en blinkend nieuw speelgoed her en der verspreid en twee peuters die net niet elkaars kop insloegen om toch maar het leukste nieuwe stuk te bemachtigen. En de taart viel aardig in de smaak bij S en R. Op de aardbeien na dan. Daar is duidelijk nog wat werk aan de winkel.
(Evenals aan het aanleren van de schoonfamilie om de namen van R en S te gebruiken en niet steevast 'den diene', 'den andere', 'den ene' of 'dieje' te zeggen tot mijn gigantische ergernis. Ik heb besloten bij het volgende familiefeest bij de schoonfamilie steevast alle neefjes en nichtjes 'diedaar' te noemen tot de frank valt. Maar dit geheel terzijde.)

zondag 23 september 2012

Enkele tweelingweetjes

Ik word te pas en te onpas (vooral dat laatste helaas) aangesproken wanneer ik met de jongens op pad ben. De reactie top euh... 6:

1)“Is dat niet vermoeiend?” (nee, met alle respect maar ik vind deze reactie véél vermoeiender.)

2)“Ze lijken toch wel op elkaar, he?” (ja, duuuh, het is een identieke tweeling. En deze reactie kwetst me nog steeds omdat het nog al te vaak ontzettend verbaasd klinkt. Want het betekent natuurlijk dat de mensen nog steeds niet zíen dat het een identieke tweeling is. Of dat denk ik toch... Allez, 't is al verbeterd. Enkele weken geleden vroegen ze ons voorzichtig of 't wel een tweeling was...)

3)“Oh wat fijn, een tweeling. Had ik ook altijd willen hebben!” (om gegarandeerd niet door te hebben dat ze ondertussen de weg blokkeren of ik eigenlijk gewoon m'n vragen wil stellen als ze toevallig ook nog eens verpleegster/kinesist/gemeentelijk ambtenaar/... zijn.)

4)“Oh, een tweeling. Dat zou ik NOOIT willen hebben!” (Werkelijk... Dit krijg ik toch wel om de zoveel tijd eens op m'n bord. Dankuwel.)

5)“OH KIJK MAMA MAMA MAMA! WAT EEN RARE KINDERWAGEN IS DAAAAAT!!” (Deze vind ik telkens weer hilarisch. Kindjes laat ik met alle plezier eens een blik werpen op onze twee snotneuzen.)

6)“Hej, wat leuk, een tweeling. Ik heb ook een tweeling!” (Die is ook fijn en dan wisselen we even uit hoe fijn het wel niet is om een meerling te hebben. We stonden wel even met onze mond vol toen de papa trots zei: 'Ukje hier is deel van een dríeling'. En ondertussen liep z'n vrouw in zombie-modus met ukje in de armen bij de dokter buiten. Toen kon ik er niks aan doen: ik dacht: 'man, een drieling dat zou ik nooit willen hebben.' (sorry hiervoor) En ik had moeite om een gepaste reactie te verzinnen. Gelukkig doe je met een welgemeende proficiat aan de trotse papa nooit kwaad. En ik kon er nog een leuk weetje aan toevoegen: op de dag dat R en S geboren werden, is er ook een drieling geboren in hetzelfde ziekenhuis. Hoera.

Het blijft me verbazen hoe een tweeling de aandacht trekt. Ik dacht dat de aandacht zou verzwakken eens ze wat groter werden, maar dat is niet het geval. Een tweeling wekt interesse. De mensen verdraaien hun nek om toch een blik in de kinderwagen te kunnen werpen, en de mannen nog 't eerst. Van de meerlingouders die ons al aangesproken hebben, was 't trouwens 4 van 5 keer de papa die ons aansprak. Mannelijke trots?

Het blijft me ook verbazen wat voor band R en S hebben, hoe gelijk ze kunnen zijn en doen. Het gebeurt dat S zich pijn doet en R begint te huilen in plaats van S. Als ze in de kinderwagen zitten (een model waarin ze achtereen zitten, dus waarin ze elkaar niet kunnen zien), kijken ze links en rechts op hetzelfde moment, ook zonder dat ik iets opmerk dat de aandacht zou trekken. Ze spelen al samen, helpen elkaar, knuffelen en vechten. Ze wisselen blikken uit. Echt waar... Je ziet ze blikken uitwisselen. Constant. De hele dag door. Ze leren elkaar woordeloos begrijpen. En gibberen samen. (Tot ik m'n dictafoontje erbij neem om 't op te nemen. Dan stoppen ze meteen en krijg ik enkel beeld zonder klank... Jammer dat ik geen camera heb.)

Ik las ergens dat de taalontwikkeling vaak wat vertraging oploopt bij tweeling. De oorzaak hiervan, denken specialisten, is dat er minder 'one-to-one' communicatie is omdat je altijd als ouder tegenover twee kindjes staat, maar da's onzin. M'n zus had dat ook bij haar tweede, en derde. Het grote verschil is dat die haar kindjes geen blikken uitwisselden op 10 maand. Die hadden taal nódig om zich verstaanbaar te maken. S en R nog niet. Dus nog geen 'mama' of 'papa'. Ik babbel ondertussen voor drie. Da's ook wel fijn. Zolang ze nog gewillig luisteren...

En ja, ik pleit schuldig: ik zoek ook altijd naar de andere tweelingen. Dus, hoera: er is een tweede tweeling op de crèche toegekomen. En ik kon het niet nalaten om deze keer zelf eens een andere tweelingmama aan te spreken.

donderdag 30 augustus 2012

Er zijn zo van die dagen

Het is al een tijdje stil op dit blog. Nu, in real life heb ik het druk genoeg natuurlijk: een voltijdse baan, een project rond moeilijke zwangerschappen dat stilaan vorm begint te krijgen en waarover later meer, een huishouden dat draaiende moet gehouden worden, en een gezin, vrienden, familie, die allemaal aandacht verdienen en binnenkort onze eerste reis als gezin.

Ik heb de laatste tijd nog wat in m'n digitaal kladblok van m'n blog zitten pennen. Over een zeer plotse en kortstondige opflakkering van jaloezie toen op facebook een echobeeldje in m'n gezicht gegooid werd van de derde zwangerschap van een nicht (die toch geen derde meer wouden? Nee, ik wil het niet weten) En ja, ik ben wél blij voor de nicht. En nee, ik wil zelf geen derde meer. Waarom dan toch jaloers? Geen idee...

En over het bevriende koppel Op-het-Nippertje. Ze zijn intussen bevallen. Het is een zoon. Maar dat wisten we al. En ook dat z'n naam E is, want dat hadden ze ookal gezegd. Het enige dat ze toch nog als verrassing hadden was de geboortedatum want zoonlief besloot niet te wachten tot de vastgestelde keizersnededatum (zoonlief had z'n kont naar beneden steken). Iets waar ik ze nog voor gewaarschuwd had dus eerder een gniffelmoment hier dan een grote verrassing.
En over dat het, mja zucht..., echt zo'n situatie is waar we maar het beste van zullen maken, he. Eigenlijk valt ze nog wel mee. Soms kunnen we plots echt goed praten over onze wondertjes, en op andere momenten heb ik zoiets van: 'nee, ze beseft het toch niet hoeveel geluk ze heeft gehad.' Ze zit echt op die roze wolk. Ergens hoog daarboven. En plant nu al nummer twee.

En over de nummer drie die er bij ons niet zal komen. Ik heb me er ineens mee verzoend. Het is geen Punt meer. Geen Discussie. Ik heb het aan Allerliefste zelfs verkondigd: 'schat, de kinderwens is er niet meer. Die is voldaan; er hoeft geen derde meer bij te komen voor mij.' (Al wil ik er wel bij zeggen dat ik me nu ook nog niet ga steriliseren. Ik ben nog jong, he. Je weet nooit wat de toekomst brengen zal.)

En over ons 'Huisje-Weltevree'. Waar het niet altijd zo 'peis-en-vree' was de laatste tijd. Wat me erg verwarde. Je doet dan zo hard je best om die kinderwens te vervullen dat je elkaar wat uit 't oog verliest denk ik. En toen waren er ineens twee kinderen en hadden we geen tijd meer voor elkaar. Of armen vrij voor elkaar. En het is best moeilijk om jarenlange gewoontes van twee kinderloze mensen plots te veranderen ookal lijkt dit misschien onbegrijpelijk voor mensen die nog in behandelingen zijn. Maar zonder kinderen heb je wel een aantal praktische vrijheden waar je nogal gemakkelijk aan gewend geraakt. Niet dat ik die niet met veel plezier overboord heb gekieperd, integendeel. Ik heb er nog confetti achtergegooid bij wijze van spreken. Maar het blijft wel even aanpassen. En het was hier ineens zo moeilijk om daar een evenwicht in te vinden. En elkaar daarin te vinden.
Ik moet bekennen: ik heb dingen gedaan die ik Nooit Zou Doen: roepen tegen elkaar voor de kinderen. Een scène maken op straat waar, godbetert, iedereen het kon horen. Allerliefste naar de zetel verbannen. Zelf een paar nachten in de logeerkamer (annex verschoonkamer, annex kinderwagen-stalruimte) slapen. En dan, na het roepen toch weer praten. Veel praten. En een dikke knuffel geven aan elkaar.

En vaak heb ik geen tijd meer om te schrijven. Want natuurlijk: zo denken jullie allemaal: wat zit je hier nog, meid, ga genieten van die twee bijna-tien-maanden-oude-kereltjes van je. Ja, ik geniet van die kereltjes van me. Ontzettend veel. S huilde vandaag omdat hij zo moe was (hij slaapt overdag niet meer veel in de crèche. Er valt ook zoveel te ontdekken en te doen, he) dat R z'n handje vastnam en naar hem lachte, de schat. Ze leren al staan. Ze kruipen snel en vlot de hele kamer door, de poezen achterna. Die arme beesten krijgen amper nog een momentje rust. R vindt het absoluut geweldig om zich in de gordijnen te verstoppen en kiekeboe te spelen. S loopt als hij de speelgoeddoos kan voortduwen. Ze vinden 'nee' niet meer gewoon een leuk spelletje, ze leren zelfs stilaan luisteren ook. Ze babbelen honderduit tegen ons en tegen elkaar. Ze begrijpen elkaar precies verbazend goed. Ze slapen nog steeds bijzonder vaak synchroon (in exact dezelfde houding). Ze hebben alletwee twee tandjes (de eerste kwam bij alletwee op exact dezelfde dag door, en het ging over exact dezelfde tand). En ze kwijlen wat af momenteel ook. Ze eten alles. Ze slapen als op rozen, behalve in de crèche. En ze beginnen ruzie te maken om speelgoedjes, zetten het op een brullen als ze hun zin niet krijgen en gieren van 't lachen, zeker als ik 'kriebelbuik' met ze speel, of R als S over hem heen probeert te kruipen.
Door S leer ik stilaan een heel arsenaal aan judohoudgrepen dankzij zijn ontsnappingspogingen bij het verschonen of omkleden. Ze worden stilaan blond, waardoor ze momenteel zo'n prachtige tweekleurige bruin-blonde lokken hebben die goudkleurig glanzen in 't licht en die me helemaal doen smelten. (Sorry voor dit stoef stoef happy happy, mijn kind schoon kind etc gedoe. Andere mensen vinden m'n kinderen waarschijnlijk twee snot-en-kwijlmonsters. Ik ben nu eenmaal niet objectief hier.)

En R doet het ook zo goed. Hij is vrij lang (bovengemiddeld en even groot als z'n broer), maar wel erg fijn al ziet hij er nu gewoon fijngebouwd uit, niet meer (ongezond) mager. Hij is op de curves van Kind&Gezin opgeklommen van eronder, over de P3 tot de P10 nu al. S volgt nog steeds de 'ideale' curve: de P50 (voor zij die die curves niet kennen; die gaan tot de P100). R heeft kracht en energie voor tien, net als z'n broer. Hij is alleen nog steeds wat vlugger moe, doet langere dutjes overdag. Maar da's eigenlijk het enige waaraan je nu nog kan zien dat hij een iets langere weg heeft afgelegd.

Die laatste stukjes die ik geschreven heb, hebben hun weg niet meer gevonden van m'n kladblok naar m'n blog. Maar dan zijn er zo van die dagen als vandaag dat ik m'n blog nog eens opendoe en denk: hoog tijd voor een update...

maandag 2 juli 2012

Vastberaden anti-UFO

Ik ben uiterst anti-ufo in veel betekenissen van het woord. Ik geloof niet in ufo's, zijnde 'unidentified flying object'). Ik ben zo'n saaie agnost die er één zal moeten zien om 't te geloven (waarschijnlijk word ik nu gestenigd door de 'believers'. Voor hen wil ik graag een amusante roman aanraden getiteld 'The Attack of the Unsinkable Rubber Ducks' van een zekere, en in België onterecht veel te onbekende Christopher Brookmyre. Al vrees ik dat de humor hen zal ontgaan.)

Ik heb eveneens een probleem met die andere ufo's: Uitblinkend in Fenomenale Onafheid, beter gekend als 'Unfinished Object.' Alleen heb ik daarvan, en in tegenstelling tot die andere ufo's, een ware invasie van in huis. Heel wat ideeën zat, maar veel goeie bedoelingen verder ligt het ding in kwestie in het beste geval ergens stof te vergaren. Tot voor kort had ik bovendien een bijzonder gebrek aan gewillige slachtoffers voor de resultaten van de opborrelende inspiratie. Een speeltapijtje naaien voor Allerliefste klinkt op z'n zacht gezegd wat vreemd, vindtuniet?

Dit weekend was ik echter, zoals de titel hierboven al verklapt, vastberaden anti-ufo. Het project: een speeltapijtje, dat had u misschien al geraden.

Ik had al geruime tijd de nodige stoffen in huis (oude lappen, nieuw gekochte, gerecupereerde nieuwe (lees: nooit gebruikte nieuw aangekochte enkele jaren geleden...) allemaal samen in één doos. En ideeën en inspiratie zat. Het moest er gewoon eens van komen. Ik moest het gewoon eens maken. En dat speeltapijtje begon nu toch wel te dringen. Zeker als ik het nog wou kunnen gebruiken voor S en R vóór ze kunnen lopen...

En dus gooide ik alles open, leende een naaimachine (ik geef toe: ik ben maar een halve vrouw, ik bezit zelf geen naaimachine) en gaf er een lap op.




Stap één: de selectie. Hiermee moest ik maar aan de slag gaan.




Stap twee: aaah, waarom is die basis altijd zo saai? Geen wonder dat ik nooit verder geraak dan deze stap...


Stap drie: ik wou eigenlijk een uil maken, maar kwam uit bij dit...




Stap vier: volgende keer ga ik absoluut en zonder enige twijfel voor de uil, stijl: Minimalistic.




Stap vijf: twee dagen, twee emmers zweet en tranen en slechts twee gebroken spelden verder en kijk: voor een bijna complete naai-leek als ik mag het eindresultaat er wel zijn, denk ik. En net op tijd, want sinds enkele dagen kan S zitten (zelf, zonder steun en zonder dat iemand hem in die positie moet zetten. Jawel. En dat op nog geen 8 maand.)




Het speeltapijt is trouwens al meteen herdoopt tot picknic-laken en doorstond de eerste picknic-test met glans.

(En voor zij die zich afvragen wat dit nu nog met het onderwerp te maken heeft, ik vraag me hetzelfde af. Misschien moet ik toch maar eens een nieuwe blog starten, al ga ik dit nu toch niet elk weekend doen. M'n rug is kapot...)

maandag 25 juni 2012

Erover

Ik kan het niet laten. Ik moet er nog eens op terugkomen. De reactie blijft wat nazinderen (zie vorig stukje). Dit weekend zag ik een groep hippies, stijl dreadlocks, piercings en tattoos, in commune wonend (for real), een bio-leven, u kent het wel. En ik kon het niet laten mezelf de hele tijd af te vragen: was anoniem ook zo'n figuur? Misschien was anoniem wel één van hen?
M'n zus lachte: 'ha ja, da's wel mogelijk. Maar wel tegelijk eicel-donor worden voor vriendin X.'
Ze hadden een heel bio-leven, maar wel stuk voor stuk een gsm/smartphone en anoniem had toevallig ook toegang tot internet... Zeer bio allemaal, net als die piercings en tattoos overigens (of het dochtertje van 8 met roze geverfd haar). Maar ja, anoniem kan ook gewoon de man in cravatte op de trein zijn. Of...

En het zit me niet lekker omdat ik in de verdediging ben geschoten (of toch nog steeds teveel). Waarom moet ik mezelf verdedigen? Deze reactie komt van een vriendin: 'voeg er maar aan toe dat ik hoop dat anoniem dan ook geen medicatie neemt als hij/zij ziek is. Of gelijk geen kleren meer draagt, want dat is ook niet natuurlijk.' En ze heeft gelijk verdorie. Ik hoop dat anoniem eens nadenkt bij het volgende kankergeval in de familie. Is dat dan ook maar gewoon te aanvaarden? 'Goh, pech gehad. Een langer leven was duidelijk niet voor je weggelegd...'

Het is zo gemakkelijk om de overbevolking van de planeet en het oh zo vervuilende ras der mensen als argument aan te halen tégen vruchtbaarheidsbehandeling. Wel, zetten we dan ook maar meteen alle dementerende oudjes en coma-patiënten die jarenlang machinaal in leven worden gehouden voor de muur? Want hej, wat dragen die nu nog bij tot deze samenleving of deze aardbol? Of is dat 'erover', anoniem, denkend aan je grootmoe, die je toch nog steeds je wekelijkse bezoekje gaat brengen ookal ben je even anoniem aan het worden voor haar? Al die oudjes, zij brengen ook een grote hoop pampers met zich mee, hoor.

Kinderen blijven de toekomst. God weet, misschien zit er tussen al die duizenden proefbuisbaby's wel de volgende nobelprijswinnaar die de miraculeuze oplossing weet tegen vervuiling, die vervuiling die jouw autootje/computer/fototoestel/... met zich meebrengen. Denk daar maar eens over na.

Of als je later op pensioen gaat, bedenk dan eens dat S & R mee betalen voor jouw pensioentje, zodat je elke dag je krantje kan lezen. Kom me dan nog eens verwijten dat ik gedaan heb wat elk normaal mens doet: proberen kinderen te krijgen als je daar nu eenmaal zin in hebt.

donderdag 21 juni 2012

Anoniem

Wauw, op een rustige avond open ik m'n mail. En vind dit:

Anoniem heeft anoniem een reactie achtergelaten bij één van m'n berichtjes. En wel dit. Wordt u hier nu ook niet goed van? Ja, wel, ik moest dus ook effe slikken. Vooral omdat ik meteen weer aan dit berichtje van mezelf moest denken, dat anoniem geheel anoniem duidelijk niet gelezen had, alvorens een bakje kritiek gratis m'n kant op te werpen.

Maar eigenlijk ben ik nu niet meer akkoord met m'n eigen berichtje, dat tweede (eco-kroost). Welja, ik heb kinderen via 'het ergste van het ergste': via staalharde hulp van een medisch team. Maar hej, ik heb tenminste heel lang en heel diep nagedacht over die kinderen en hoe en waarom en ik weet tenminste dat ik niet m'n collega's dagelijks irriteer met geklaag en gezaag over de kinderen 'die 't altijd express doen: nachtmerries hebben, bekers omgooien, ziek worden, moe zijn, etc etc'. Wij zijn lekker egoïstisch gelukkig. En het zal me worst wezen hoe men denkt over de manier waarop m'n twee fantastische ventjes er gekomen zijn. (PS: er zijn eveneens een pak vervuilendere levenswijzen die ik níet beoefen (met de auto gaan werken om maar één te noemen), maar laat ik me niet verliezen in een wedstrijdje onder 't groenste.)
Overigens: als men vindt dat er geen kinderen meer moeten bijkomen, ga dan al die 'gewone' koppel zonder vruchtbaarheidsproblemen lastig vallen, want zij krijgen er veel meer dan wij...

En oh ja, ik zou even trots geweest zijn op m'n keuze om voor behandelingen te gaan ook als deze geen resultaat zouden gehad hebben.

Morgen zal ik waarschijnlijk aan nog een hele resem antwoorden denken die ik hier aan kan toevoegen, maar voor vanavond heb ik het effe gehad. (Aan iedereen die zich geroepen voelt: ga gerust je gang).

Intussen moet men het maar doen met deze leestip: 'Baby Blue' van Dr Devroey. Dit zou verdorie verplichte lectuur moeten zijn voor alle snotapen die vinden een mening te moeten hebben over proefbuizen.